Index
Parametermnemoniek
20
21
SEN_SN
22
23
24
25
26
LOWER_ALM_LIMIT
27
LOWER_ALM_LIMIT_
28
29
DEVICE_MIN_RANGE
30
31
THRESHOLDS_
ALM_THRESHOLDS_
32
33
DISPLAY_RANGE
34
35
RELAY_ALM_CFG,
36
37
Technische handleiding van de XNX Foundation Fieldbus
SEN_SW_VER
ZEN_SN
CURR_ALM_
LEVEL
ACTIV_INSTR_
FAULT
RESET_
ALMS_N_
FAULTS
UPPER_ALM_
LIMIT_RANGE
RANGE
DEVICE_MAX_
RANGE
ALM_
LOW,
HIGH,
DISPLAY_
RANGE_
LOWER
CONFIG_
STATE_ALM
ACCEPT_
CONFIG_
CHANGE_ALM
Beschrijving
Softwareversie van de aangesloten
sensor
Serienummer van de aangesloten
sensor
Serienummer van het toestel
Identificeert het huidige alarmniveau
van het toestel
Identificeert actieve instrumentstoring
in het toestel
Voert een reset uit van alle
alarmsignalen en fouten in het toestel
Specificeert de onderste alarmgrens
van het toestel
Specificeert de bovenste grens voor
het toestelalarm
Specificeert de onderste grens voor
het toestelalarm
Specificeert het onderste bereik voor
het toestel met aangesloten sensor
Specificeert het bovenste bereik voor
het toestel met aangesloten sensor
Gespecificeerde onderste grens voor
de alarmdrempelwaarde
Gespecificeerde bovenste grens voor
de alarmdrempelwaarde
Specificeert het displaybereik voor
het toestel met aangesloten sensor
Specificeert de onderste grens voor
het displaybereik voor het toestel met
aangesloten sensor
Identificeert de configuratie
van vergrendelende en niet-
vergrendelende alarmsignalen
Configuratie-alarm voor toestelstatus
na configuratiewijziging
Configuratiestatus van toestel nadat
configuratiewijzigingen door de
gebruiker zijn geaccepteerd
29