Specifieke parameters – Analoge invoerblokken
Deze opdrachten zijn beschikbaar in het AI-blok.
L_TYPE
Deze parameter wordt gebruikt om de relatie tussen de gemeten
proceswaarde (sensortransductorblok) en de uitvoer van het AI-
blok te definiëren. XNX ondersteunt alle linearisatietypes. Als deze
parameter op DIRECT wordt ingesteld, wordt ongewijzigde informatie
naar het transductorblok gestuurd (de AI-uitvoer is identiek aan het
transductorblok). De waarden tussen het sensortransductorblok en
het AI-blok blijven lineair.
XD_SCALE en OUT_SCALE
Deze parameters worden gebruikt om de meeteenheden en de
schaalfactoren in te stellen die horen bij de gegevens die het AI-
blok bereiken, alsook de gegevens die door het AI-blok worden
gegenereerd. Elk van de parameters kan worden ingesteld op 0%,
100% of op de bijbehorende meeteenheden. Deze parameters worden
anders geprogrammeerd, afhankelijk van het L_TYPE dat is gekozen.
De ondersteunde meeteenheden zijn PPM, %LEL, LELm, mg/m
en %VOL
. Als u configuratiefouten wilt vermijden, kiest u ALLEEN
5
eenheden die door het toestel worden ondersteund. Meeteenheden
zijn niet schrijfbaar.
L_TYPE = DIRECT
Wanneer de gewenste uitvoer van het AI-blok gelijk is aan de gemeten
variabele. De instellingen zijn:
XD_SCALE = gelijk aan het procesbereik
OUT_SCALE = gelijk aan XD_SCALE
Voorbeeld:
Procesbeschrijvingsregel toont 0-100 %LEL met %LEL als gewenste
uitvoer.
XD_SCALE 0-100 % LEL
OUT_SCALE 0-100 % LEL
XD-schaal is niet schrijfbaar.
5 De gebruiker moet deze meeteenheden creëren als ze niet in het host regelsysteem
staan vermeld.
Technische handleiding van de XNX Foundation Fieldbus
3,
13