Bespaartips
Uw warmtepomp produceert warmte en warmtapwater. Dit verloopt via
uw bedieningsinstellingen.
Factoren die het energieverbruik beïnvloeden zijn bijvoorbeeld de binnen-
temperatuur, het warmtapwaterverbruik, het isolatieniveau van de woning
en de hoeveelheid en grootte van de ramen. De locatie van de woning is
ook een beïnvloedende factor, bijv. door de blootstelling aan wind.
Zelfs de ventilatie van de woning beïnvloedt het energieverbruik. Daarom
is het belangrijk de ventilatie kort na de installatie van de warmtepomp
af te stellen. Tijdens het afstellen van de ventilatie stelt een ventilatietech-
nicus het ventilatieapparaat van de woning en de ventilator in de F370 af
volgens de verwachte waarden van de woning.
Vergeet verder niet om:
Tijdens de afstelperiode (wintertijd) moeten alle thermostaatkleppen
■
volledig geopend zijn. De warmte-instellingen van de warmtepomp
worden vervolgens afgesteld, zodat in de meeste ruimtes de juiste bin-
nentemperatuur wordt verkregen, ongeacht de buitentemperatuur. In
ruimtes waar een lagere temperatuur is vereist, worden de thermostaat-
kleppen naar het gewenste niveau teruggebracht. Na enkele maanden
kunnen de overgebleven thermostaten enigszins worden verlaagd om
een stijging van de kamertemperatuur door zonnestraling, kachelwarmte
enz. te voorkomen. Later zijn eventueel nog verdere reducties nodig.
U kunt wanneer u niet thuis bent de temperatuur verlagen via program-
■
mering van "vakantie-instelling" in menu 4.7. Zie pagina 66 voor instruc-
ties.
U kunt de ventilatiesnelheid bij afwezigheid verlagen door een schema
■
in te voeren in menu 1.3.3. Zie pagina 35 voor instructies.
Als u "Economy warmtapwater" activeert, wordt er minder energie ver-
■
bruikt.
Hoofdstuk 2 |
De warmtepomp: het hart van het huis
NIBE F370
27