Bedieningseenheid
Achter de deur van de warmtepomp bevindt zich een display-eenheid die
wordt gebruikt voor communicatie met de F370. Hier kunt u:
schakelt u de warmtepomp in of uit en laat u de warmtepomp in de
■
noodstand draaien
stelt u het binnenklimaat en warmtapwater in en voert uw gewenste
■
instellingen van de warmtepomp door.
ontvangt u informatie over instellingen, status en gebeurtenissen.
■
bekijkt u verschillende soorten alarmmeldingen en ontvangt u instructies
■
over hoe u deze kunt verhelpen.
A
B
12
Hoofdstuk 2 |
BINNENKLIMAAT
WARMTAPWATER
WARMTEPOMP
INFO
F370
Display
Instructies, instellingen en bedieningsinformatie worden op het
display weergegeven. U kunt eenvoudig door de verschillende me-
nu's en opties navigeren om het comfort in te stellen of de benodig-
de informatie te verkrijgen.
Statuslamp
De statuslamp geeft de status van de warmtepomp aan. De lamp:
■
brandt groen tijdens normaal bedrijf.
■
brandt geel in de noodstand.
■
brandt rood in het geval van een geactiveerd alarm.
De warmtepomp: het hart van het huis
A
Display
B
Statuslamp
C
Toets OK
D
Toets Terug
E
Selectieknop
F
Schakelaar
G
USB-poort
NIBE F370