MEETRICHTLIJNEN
• Behandel het instrument met voorzichtigheid. Laat het niet vallen.
• Houd het instrument niet onder water.
• Sproei geen water over het instrument behalve op de monstercel om te reinigen.
• Gebruik geen organische solventen, extreem hete of koude oplossingen die het prisma kunnen
beschadigen.
• Harde deeltjes in de oplossing kunnen krassen op het prisma veroorzaken. Reining de metin-
gen door met demiwater.
• Gebruik plastic pipetten om monster aan te brengen, dus geen metalen naalden, lepels, etc.,
want dit kan krassen op het prisma veroorzaken.
• Om de effecten van verdamping of absorptie van water te verminderen bij het meten geduren-
de een bepaalde periode, kan de monstercel worden afgedekt met plasticfolie.
KALIBRATIEPROCEDURE
Het is aan te raden om de meter dagelijks te kalibreren voor de metingen uitgevoerd worden,
tussen een reeks van vele metingen, en als de batterij is vervangen.
1. Batterij (knippert als batter-
ijspanning laag is)
2. Primair display (meetwaarden
en foutmeldingen)
3. Zandloper: meting is bezig
4. SETUP: fabriekskalibratie
5. CAL: kalibratie
6. Meeteenheden
7. Automatische temperatuurcom-
pensatie (knippert als tempera-
tuur buiten 10 tot 40°C-bereik
is)
8. Temperatuureenheid
9. Secundair display toont tempe-
ratuur (knippert als temperatuur
buiten 0 tot 80°C-bereik is)
7