7
storingen zelf oplossen
Storing
Het apparaat doet niets
De binnenverlichting werkt
niet.
Temperatuur in de koeler is
te hoog of te laag
Het apparaat werkt continue. Verkeerde instelling van de
Er staat water in het onderste
deel van de koeler.
Ongewone of harde geluiden
Bij het normale gebruik van het koeltoestel kunnen er verschillende soorten geluiden ontstaan, die geen enkele invloed hebben op de
correcte werking van de koeler.
Geluiden die gemakkelijk verholpen kunnen worden:
• Lawaai doordat het apparaat niet waterpas staat – regel de opstelling met behulp van de stelvoetjes vooraan. Leg eventueel zacht
materiaal onder de wieltjes achteraan, in het bijzonder bij een tegelvloer.
• Wrijving tegen de andere meubelen – verschuif het apparaat.
• Knarsen van laden of schappen – neem de lade of het schap weg en plaats het daarna terug.
• Geluid van tegen elkaar stotende flessen – plaats de flessen uit elkaar.
Geluiden die hoorbaar zijn tijdens het normale gebruik van het toestel, worden veroorzaakt door de werking van de thermostaat,
de compressor (aanslaan), het koelsysteem (krimpen en uitzetten van het materiaal onder invloed van temperatuurverschillen en
doorstroom van koelvloeistof).
Oorzaak
Er is een onderbreking in de
stroomtoevoer.
De lamp is defect of de stekker zit
niet in het stopcontact.
Verkeerde instelling van de
thermostaat.
De omgevingstemperatuur is
hoger of lager dan de
temperatuur welke aangegeven
is op het tabel met de technische
gegevens.
Het apparaat staat in de zon of te
dicht bij een warmtebron.
Een te grote hoeveelheid
warm voedsel is één keer in het
apparaat geplaatst.
De ventilatie aan de achterkant
van het apparaat is belemmerd.
De deur van de koeler wordt te
vaak geopend of blijft te lang open
staan.
De deur is niet goed gesloten.
De compressor werkt niet vaak
genoeg.
Het deurrubber zit los.
thermostaat.
De opening van de
dooiwaterafvoer is verstopt.
De ventilatie binnen in het
koelgedeelte wordt belemmerd.
Het apparaat staat niet waterpas
en stabiel.
Het apparaat staat ergens
tegenaan.
Oplossing
- controleer of de stekker goed in het stopcontact zit
- controleer of de stroomkabel niet beschadigt is
- controleer of er spanning op het stopcontact staat door bv.
een ander apparaat aan te sluiten bv. een nachtlamp
- controleer of het apparaat aan staat door de thermostaat op
meer dan 0 te zetten
Controleer de oplossingen hierboven of vervang de lamp.
- draai de thermostaat op een hogere stand
Het apparaat is bedoeld voor werking in een
omgevingstemperatuur die aangegeven is op de tabel met
technische gegevens van het apparaat.
Verander de opstelling van het apparaat volgens de
aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing.
Wacht 72 uur tot de producten gekoeld zijn. De temperatuur in
het apparaat zal weer terug gaan naar het gewenste niveau.
Houd het apparaat 10 cm van de wanden verwijderd voor
voldoende ventilatie.
Open de deur minder vaak en/of verkort de tijd van het open
laten van de deur.
Zorg dat de levensmiddelen zo geplaatst zijn, dat ze het sluiten
van de deur niet belemmeren.
Controleer of de omgevingstemperatuur niet lager is dan het
bereik van de klimaatklasse.
Maak het deurrubber vast of laat het vervangen.
- draai de thermostaat op een lagere stand
Reinig de opening van de dooiwaterafvoer met behulp van de
prikker.
Controleer of de levensmiddelen de achterwand van de
koelkast niet raken.
Zet het apparaat waterpas met de stelvoetjes.
Plaats het apparaat zo, dat het nergens tegenaan staat.
11
Nederlands
•