TEMPERATUURINSTELLING
Sluit het apparaat aan. De interne temperatuur wordt door een
thermostaat geregeld. Er zijn 6 (8) instellingen. 1 is de warmste
stand en 5 (7) is de koudste stand en 0 is om het apparaat uit
te schakelen.
Het apparaat werkt mogelijk niet op de juiste temperatuur als
het bijzonder heet is of als u de deur vaak opent.
Omgevingstemperatuur
Hoog
Normaal
Laag
Voedsel bewaartijd
Bij bovenstaande instellingen mag de optimale tijd, om het voedsel in de koelkast te bewaren,
niet langer dan 3 dagen zijn.
Bij bovenstaande instellingen mag de optimale tijd, om het voedsel in de vriezer te bewaren,
niet langer dan 1 maand zijn.
De optimaleopslagtijd kan met andere instellingen worden verkort.
DAGELIJKS GEBRUIK
Verplaatsbare schappen
Alle schappen kunnen op de gewenste plaats worden gezet.
40
Aanbevolen temperatuurinstelling
Vriesgedeelte
/
/
/
Koelgedeelte
positie 2-4
positie 3
positie 4-6