VEREISTEN VOOR DE INSTALLATIELOCATIE
Houd voldoende ruimte van de deur
open.
Houd aan twee kanten een opening
van minimaal 50 mm.
HET APPARAAT WATERPAS ZETTEN
Stel hiervoor de stelvoetjes van het apparaat af.
Als het apparaat niet waterpas staat, worden de deuren
en uitlijningen van de magnetische afdichting niet goed
afgedekt.
Installatie van het apparaat
Installeer dit apparaat op een plaats waar de omgevingstemperatuur overeenkomt met de
klimaatklasse die vermeld is op het typeplatje van het apparaat.
Klimaatklassen van koelapparatuur:
uitgebreid matig - het apparaat geschikt is voor omgevingstemperaturen van + 10°C tot +
32°C (SN)
matig - het apparaat geschikt is voor omgevingstemperaturen van + 16°C tot + 32°C (N)
subtropisch - het apparaat geschikt is voor omgevingstemperaturen van + 16°C tot + 38°C (ST)
tropisch - het apparaat geschikt is voor omgevingstemperaturen van + 16°C tot + 43°C (T)
Installatielocatie
Het apparaat moet uit de buurt van warmtebronnen (radiatoren, boilers, enz.) en direct zon-
licht worden geïnstalleerd. Zorg ervoor dat de lucht vrij rond de achterkant van de kast kan
circuleren. Indien het toestel in een inbouwinstallatie wordt geïnstalleerd, dient voor de beste
prestaties de minimale afstand tussen de bovenzijde van de kast en de bovenkant van het
apparaat minimaal 100 mm zijn. Voor de beste prestaties mag het apparaat echter niet in een
ingebouwde installatie worden geplaatst. Nauwkeurige nivellering wordt verzekerd door een
of meer verstelbare poten aan de onderkant van de kast.
36