Geheugenmodules verwijderen en vervangen
1.
Volg de aanwijzingen onder "Voordat u begint" op pagina
2.
Open het zijpaneel (zie "Het zijpaneel openen en sluiten" op pagina
3.
Localiseer de geheugenmoduleconnectoren op het moederbord (zie
"Binnenaanzicht van de computer" op pagina 39).
WAARSCHUWING: Geheugenmodules kunnen tijdens normale werking
erg heet worden. Laat de geheugenmodule(s) afkoelen voordat u deze
aanraakt.
OPMERKING: Verwijder de videokaart (als het een lange betreft) voor
betere toegang tot de geheugenmodule(s).
4.
Druk de borgklemmen aan de uiteinden van de geheugemoduleconnector
naar buiten.
5.
Til de geheugenmodule uit de geheugenmoduleconnector. Als de
geheugenmodule moeilijk te verwijderen is, moet u deze zachtjes heen en
weer bewegen om deze uit de connector te verwijderen.
U plaats geheugenmodules als volgt terug::
1.
Lijn de inkeping aan de onderkant van de geheugenmodule uit met het lipje
op de geheugenmoduleconnector.
36.
38).
1
geheugenmoduleconnector
2
lipje
3
inkeping
HOOFDSTUK 5: EXTRA OF VERVANGENDE ONDERDELEN INSTALLEREN
3
2
1
4
vastzetclips (2)
5
geheugenmodule
5
4
040
/
040