3
Installatie
Installeer de centrale bediening nadat u de voedingstoevoer heeft uitgeschakeld, dit om elektrische schokken te
vermijden. Schik of bescherm de bedrading zodat er geen buitensporige kracht op de elektrische bedrading wordt uitgeoefend.
Installatieplaats
Installeer het toestel in een overdekte plaats die niet aan elektromagnetische golven, water, stof of vreemde substanties wordt blootgesteld.
Het bereik van de werkingstemperatuur van dit product is tussen 0°C en 40°C.
Installeer het apparaat op een plaats waar de omgevingstemperatuur binnen deze waarden blijft.
Wanneer de werkingstemperatuur overschreden wordt, plaats dan een ventilator ter afkoeling.
Wee u er zich van bewust dat het gebruik van deze centrale bediening buiten het bereik van de werkingstemperatuur kan leiden tot
problemen met betrekking tot de werking.
Vereiste ruimte voor installatie
<Openingsruimte voor de installatie>
Maak een gat in de muur overeenkomstig bovenstaande
afbeelding.
Controleer de afmetingen die nodig zijn voor een correcte
installatie van het apparaat.
(1) Bij installatie op het besturingspaneel
• Gebruik het besturingspaneel met de afmetingen 300 mm × 400 mm × 120 mm of groter.
• Vergrendel het besturingspaneel om personen tegen een elektrische schok te beschermen. Vermijd het gebruik van warmtehoudende materialen en
isolatiematerialen aangezien deze kunnen leiden tot het opbouwen van warmte en de werking van de centrale bediening negatief kunnen beïnvloeden.
Opgelet
Installeer geen apparaten in hetzelfde besturingspaneel die
de omgevingstemperatuur kunnen laten stijgen. Installeer ook
geen andere regelapparaten in hetzelfde besturingspaneel.
Ze kunnen tot de ontwikkeling van warmte leiden en leiden
tot impulswerking. Indien er meerdere centrale bedieningen in
hetzelfde besturingspaneel geïnstalleerd moeten worden, neem dan
corrigerende maatregelen, zoals het installeren van ventilators, om
ervoor te zorgen dat de temperatuur in het besturingspaneel niet
boven 40°C stijgt.
(2) In het geval van insluiting in een wand
Zorg ervoor dat u de aanwezige installatiebeugels gebruikt. Als alternatief kunt u SLA3R-BX voor SC-SL3N gebruiken. Gebruik dit om personen te vrijwaren
van elektrische schokken. Controleer of er voldoende ruimte beschikbaar is in de wand. Wanneer de binnenkant van de wand verdeeld is en een holte heeft, maak
dan meer dan 0,08m
ruimte vrij. Indien er een scheiding is aan de linker-, rechter, boven- en onderzijde van de centrale bediening, maak dan een ruimte die 105
3
mm of dieper is.
a (hoogte)(mm) b (breedte)(mm) c (diepte)(mm)
Bijvoorbeeld1
900
Bijvoorbeeld2
1800
Bijvoorbeeld3
1000
Minimum
600 of groter
176
ø5x4
220
Steek de installatiebeugel (achter) in het gat in de
achterkant van de muur en maak de beugel vast.
800
110
400
110
400
200
400 of groter
110 of groter
Installatiebeugel
(achter)
<Serviceruimte>
Voorzijde van de centrale bediening 500 mm of
groter
Onderzijde van de centrale bediening 100 mm of
groter
ruimte(m
)
3
<Geen scheiding>
0,08
Aansluitkabel
0,08
0,08
Balk van
gebouw
In de muur
Installatiebeugel
(achter)
Bevestig de installatiebeugel (voor) en installatiebeugel
(achter) overeenkomstig bovenstaande afbeelding.
De boven- en onderkant van de beugels zijn eenvoudig
te herkennen. Raadpleeg het teken " UP" (omhoog)
zodat u de juiste kant naar boven installeert.
<Met scheiding>
a
Centrale
bediening
Materiaal
105 mm of
binnenmuren
groter
Platkopschroef
(M4)
Installatiebeugel
(voor)
Binnenmuur
500
100
Scheiding
b
c
Binnenmuur