Submenu Prestatieopties
CPU Speed
Geeft de snelheid van de processor weer.
Memory Frequency
Geeft de frequentie van het geheugen weer.
(geheugen
frequentie)
Memory Channel
Geeft de geheugenkanaalmodi weer.
Mode (geheugen
•
Single (enkel)
kanaalmodus)
•
Dual (dubbel)
CPU Performance
Geeft aan of de processor zich al dan niet in de
Mode
turbomodus bevindt.
Turbo Mode
Biedt u de mogelijkheid om de turbomodus in of uit te
schakelen.
DDR3 Voltage
Biedt u de mogelijkheid om de geheugenspanning in
te voeren.
CPU Vcore
Hiermee kunt u het Vcore-voltage van de processor
instellen.
CPU Frequency
Hiermee kunt u de frequentie van het overklokken van
Over-Clocking
de processor instellen.
32
HOOFDSTUK 3: UW LAPTOP GEBRUIKEN
Security Menu (menu Beveiliging)
System
Hier wordt de status van het systeemwachtwoord
Password
weergegeven. Het systeemwachtwoord is ook
Status
bekend als het Master/Supervisor-wachtwoord.
•
Enabled (ingeschakeld): Het
systeemwachtwoord is ingeschakeld.
•
Not Enabled: Het systeemwachtwoord is niet
ingeschakeld.
Set System
Hiermee kunt u het systeemwachtwoord instellen.
Password
Het systeemwachtwoord bepaalt wie toegang heeft
tot het systeemsetup-hulpprogramma.
User
Hier wordt de status van het gebruikerswachtwoord
Password
weergegeven.
Status
•
Enabled (ingeschakeld): Het
gebruikerswachtwoord is ingeschakeld
en de ingebouwde, met PS/2 compatibele
muiscontroller is ingeschakeld.
•
Not Enabled: Het gebruikerswachtwoord is
niet ingeschakeld en de ingebouwde, met PS/2
compatibele muiscontroller is uitgeschakeld.
Set User Password
Hiermee kunt u het gebruikerswachtwoord instellen.
(gebruikers
De bedieningsopties voor het gebruikerswachtwoord
wachtwoord
zijn van toepassing op de toegang tot de computer
instellen)
tijdens het opstarten.