Inhoudsopgave
Advertenties
Sectie 2: Vereisten voor beschermgassen.
2.0 Algemene specificaties voor de toevoer van beschermgassen:
Druk binnenstromende instrumentlucht
Geregelde druk
Vereiste instrumentlucht
Droog
Stofvrij
Olievrij
Aansluiting instrumentatielucht
2.1 Vereisten voor beschermgassen:
•
Het beschermgas moet in wezen vrij zijn van verontreinigingen, waterdamp, olie of vreemde stoffen
en mag niet meer dan sporen van ontvlambare damp of gas bevatten.
•
Alle voorzieningen voor beschermgas dienen zodanig te zijn ontworpen dat de kans op verontreiniging
tot een minimum wordt beperkt.
•
Leidingen voor het beschermgas moeten worden beschermd tegen mechanische schade.
•
De inlaat van de luchtcompressor voor het beschermgas moet zich op een niet-geclassificeerde locatie
bevinden.
•
Als de inlaatleiding van de compressor door een geclassificeerde locatie loopt, moet deze zijn gemaakt
van niet-brandbaar materiaal, dat is ontworpen om lekkage van brandbare gassen, dampen of stof in
het beschermende gas te voorkomen. De leiding moet ook worden beschermd tegen mechanische
schade en corrosie.
•
De elektrische voeding voor de beschermgastoevoer (compressor) moet worden geleverd door een
afzonderlijke voedingsbron of door de voeding van de beschermde behuizing voorafgaand aan
serviceontkoppelingen naar de beschermde behuizing.
•
Als er een klep is geïnstalleerd op de beschermgasleiding waar de behuizing kan worden geïsoleerd
van de beschermgastoevoer, moet deze worden voorzien van een alarm.
•
Aangezien de apparatuur een drukmeter gebruikt om drukverlies aan te geven, moet de beschermgastoevoer
beschikken over een alarm dat zich bevindt op een locatie die constant in de gaten wordt gehouden.
•
Als de behuizing is geopend of als de beschermgastoevoer niet de vereiste positieve druk heeft
gehandhaafd, moet de behuizing worden gepurgeerd.
Belangrijke opmerking:
De hierboven vermelde specificaties voor beschermgas (lucht) gelden ook voor de luchttoevoer die
wordt gebruikt voor de zuurstofconcentrator en vortexkoeler (indien aanwezig).
2.2 Beschermgasflow en purgeertijden voor de B3500-analyser
Afmetingen behuizing, mm
750 x 500 x 320
1000 x 500 x 320
N.B.: Een beschermgasflow van minder dan 40 L/minuut wordt niet aanbevolen omdat de beschermgasflow ook
vereist is voor het koelen van de analyserbehuizing. Dit is afhankelijk van de omgevingstemperatuur.
6-7 bar
Zie instructieplaat voor opstarten
Typisch 40-60 L/min voor operationeel purgeren,
120 L/min voor eerste keer purgeren.
< -20 °C
Filter van maximaal 40 micron
Ja
¼" BSP, vrouwelijk
Inhoud behuizing, liter
120
160
P
5
AGINA
VAN
Purgeertijd, minuten, met een
flow > 1,4 L/seconde
15
20
15
Advertenties
Inhoudsopgave
