•
Gebruik een goedgekeurde geaarde
wandcontactdoos die niet beschadigd is.
•
Gebruik geen andere acculader dan die bij uw
product is geleverd. Gebruik uitsluitend Husqvarna-
QC-laders wanneer u vervangende Husqvarna-BLi-
accu's oplaadt.
•
Probeer de acculader niet te demonteren.
•
Gebruik de acculader niet als deze beschadigd is of
niet correct werkt.
•
Til de acculader niet op aan de voedingskabel.
Trek aan de stekker om de acculader uit de
wandcontactdoos te halen. Trek niet aan de
voedingskabel.
•
Houd alle kabels en verlengsnoeren uit de buurt
van water, olie en scherpe kanten. Let op dat de
kabel niet bekneld raakt tussen deuren, hekken en
dergelijke.
•
Gebruik de acculader niet in de buurt van brandbare
materialen of materialen die corrosie kunnen
veroorzaken. Controleer of de acculader niet is
afgedekt. Haal de stekker van de acculader uit de
wandcontactdoos bij rookontwikkeling of brand.
•
De accu mag alleen binnenshuis worden opgeladen
op een plek met voldoende ventilatie en zonder
direct zonlicht. Laad de accu niet buiten op. Laad
de accu niet op in vochtige omstandigheden.
•
Gebruik de acculader alleen op plekken met een
temperatuur tussen 5 °C (41 °F) en 40 °C (104
°F). Gebruik de lader in een omgeving die goed
geventileerd, droog en stofvrij is.
•
Plaats geen voorwerpen in de koelspleten van de
acculader.
•
Verbind de contacten van de acculader niet met
metalen objecten, omdat dit kortsluiting in de
acculader kan veroorzaken.
•
Gebruik goedgekeurde wandcontactdozen die niet
beschadigd zijn.
Veiligheidsinstructies voor onderhoud
WAARSCHUWING:
volgende waarschuwingen voordat u
onderhoud aan het product gaat uitvoeren.
•
Verwijder de accu voordat u onderhoud of andere
controles uitvoert, of het product demonteert.
•
De gebruiker mag alleen de onderhouds- en
servicewerkzaamheden uitvoeren die in deze
bedieningshandleiding zijn beschreven. Ga naar
uw servicedealer voor verdergaande service- of
onderhoudswerkzaamheden.
•
Reinig de accu of acculader nooit met water. Sterke
reinigingsmiddelen kunnen schade aan het kunststof
veroorzaken.
•
Als u geen onderhoud uitvoert, verkort dit de
levenscyclus van het product en vergroot het risico
op ongevallen.
•
Voor alle service en reparaties is speciale training
vereist, vooral voor de veiligheidsvoorzieningen
44
•
Veiligheidsinstructies voor snijuitrusting
•
•
•
•
Lees de
•
op het product. Als niet alle controles in deze
bedieningshandleiding een goed resultaat geven
nadat u onderhoud hebt uitgevoerd, ga dan naar
uw servicedealer. Wij garanderen dat u daar
professionele reparaties en service voor uw product
krijgt.
Gebruik alleen originele reserveonderdelen.
WAARSCHUWING:
volgende waarschuwingen voordat u het
product gaat gebruiken.
Gebruik alleen goedgekeurde combinaties van
zaagblad/zaagketting en de hulpmiddelen voor
Accessoires op pagina 63 voor
vijlen. Zie
instructies.
Draag veiligheidshandschoenen wanneer u
onderhoud aan de zaagketting uitvoert of de
zaagketting gebruikt. Ook een zaagketting die niet
beweegt, kan verwondingen veroorzaken.
Houd de zaagtanden goed geslepen. Volg de
instructies en gebruik de aanbevolen vijlmal. Een
beschadigde of verkeerd geslepen zaagketting
vergroot de kans op ongevallen.
Zorg voor de correcte tanddiepte. Volg de instructies
en gebruik de aanbevolen instelling voor de vijlmal.
Als de tanddiepte te groot is, vergroot dit de kans op
terugslag.
Zorg dat de zaagketting de juiste spanning heeft. Als
de zaagketting niet strak tegen het zaagblad loopt,
kan de zaagketting van het zaagblad lopen. Een
verkeerde kettingspanning zorgt voor overmatige
slijtage van het zaagblad, de zaagketting en
het kettingaandrijfwiel. Zie
zaagketting afstellen op pagina 57 .
Lees de
De spanning van de
959 - 010 - 03.07.2023