Handleiding
Als u de reden van het alarm wilt vaststellen:
•
selecteer MENU
•
selecteer 'Alarm'
•
selecteer 'Alarm overzicht' Het relevante alarm wordt
aangeduid met het "bel" symbool.
Alarm overzicht (voorbeeld):
2: Max. temp.
3: Temp. monitor.
32: T sensor defect
De getallen in het 'Alarm overzicht' verwijzen naar het
alarmnummer in de Modbus-communicatie.
Resetten van een alarm:
Wanneer het "bel" symbool wordt weergegeven rechts van de
alarmregel, plaats dan de cursor op de betreffende alarmregel en
druk op de draaiknop.
Resetten van alarm 32:
MENU > Algemene controller instellingen > Systeem > Alg. ing.
overz.). De betreffende sensor is gemarkeerd en het alarm kan
worden gereset.
Parameters gemarkeerd met een ID nr. zoals "1x607" zijn universele
parameters.
x staat voor circuit / parametergroep.
MENU > Alarm > Max. temp.
Max. flow T (Maximum flow temperature)
Circuit
Alle
De maximaal acceptabele aanvoer temperatuur wordt hier ingesteld.
Wanneer de aanvoer temperatuur hoger wordt dan de ingestelde waarde,
dan gaat het alarmsymbool / relais AAN.
Wanneer de aanvoer temperatuur 5 k onder de ingestelde waarde komt,
dan gaat het alarmsymbool / relais UIT.
* Zie bijlage "Parameter ID overzicht"
Waarde: Stel de aanvaardbare maximum aanvoer temperatuur in.
114
DEN-SMT/DK
ECL Comfort 210 / 310, applicatie A266
1x079
Instelbereik
Fabrieksin-
stelling
*
Let ook op de instellingen:
* Vertraging' (ID 1x080)
*
VI.KT.X3.10
Danfoss District Energy