Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Verberg thumbnails Zie ook voor ECL Comfort 210:
Inhoudsopgave

Advertenties

Handleiding

5.10 Alarm

De sectie "Alarm" beschrijft de specifieke applicatiegerelateerde
zaken.
Application A266 biedt verschillende typen alarmen:
1. Actuele flow-temperatuur verschilt van de gewenste
flow-temperatuur (A266.1, A266.2).
2. Ontkoppeling of kortsluiting van temperatuursensor of de
aansluiting ervan.
3. Max. temperatuur in verwarmingscircuit (A266.2, A266.9,
A266.10)
4. Activering van alarmingang (A266.2, A266.9, A266.10)
5. Drukalarm (A266.9, A266.10)
De alarmfuncties activeren het alarmbel symbool.
De alarmfuncties activeren A1 (relais 4).
Het alarmrelais kan een lamp, een claxon, een ingang naar een
alarm verzendapparaat enz. activeren.
Het alarmsymbool / relais wordt geactiveerd:
zolang de reden van het alarm aanwezig blijft (automatische
reset)
Alarmtype 1:
Wanneer de aanvoer temperatuur meer dan de ingestelde
verschillen afwijkt van de gewenste aanvoer temperatuur, dan
wordt het alarmsymbool / relais geactiveerd.
Wanneer de aanvoer temperatuur acceptabel wordt, dan wordt het
alarmsymbool / relais gedeactiveerd.
Alarmtype 2:
Geselecteerde temperatuursensoren kunnen worden bewaakt.
Wanneer de verbinding met de temperatuursensor verbroken of
kortgesloten zou worden, of de sensor zelf defect zou raken, wordt
de alarmfunctie / het relais geactiveerd. In het "Alg. ing. overzicht"
(MENU > Algemene controller instellingen > Systeem > Alg.ing.
overzicht) is de betreffende sensor gemarkeerd en kan het alarm
worden gereset.
Alarmtype 3:
Wanneer de flow temperatuur hoger is dan de alarm
temperatuurwaarde, dan wordt de circulatiepomp UIT-geschakeld,
sluit het regelventiel en het alarmsymbool / relais wordt
geactiveerd. Deze veiligheidsfunctie kan, bijv. een te hoge flow
temperatuur voorkomen in het vloercircuit.
Wanneer de flow temperatuur 5 K boven de alarmwaarde
komt, dan wordt de circulatiepomp AAN geschakeld, zal het
regelventiel normaal werken en het alarmsymbool / relais worden
gedeactiveerd.
Alarmtype 4:
Wanneer de alarmingang S8 is geactiveerd, dan zal het
alarmsymbool / relais worden geactiveerd na een ingestelde
vertraging.
Wanneer de alarmingang S8 is gedeactiveerd, dan zal het
alarmsymbool / relais worden gedeactiveerd.
Alarmtype 5:
Wanneer de druk hoger of lager wordt dan de ingestelde
grenswaarden, dan wordt het alarmsymbool / relais weer
geactiveerd na een ingestelde vertraging.
Wanneer de flow temperatuur acceptabel wordt, dan wordt het
alarmsymbool / relais gedeactiveerd.
Wanneer een alarm is geactiveerd, verschijnt de in de juiste
favoriete displays.
Danfoss District Energy
ECL Comfort 210 / 310, applicatie A266
VI.KT.X3.10
DEN-SMT/DK
113

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ecl comfort 310

Inhoudsopgave