Problemen oplossen
De flitser werkt niet.
De flitser is ingesteld op
•
U kunt in de volgende gevallen de flitser niet gebruiken:
•
[Opn.functie] is ingesteld op [Burst] of wisselende belichting (pagina 37).
–
[Hoge gevoeligheid], [Schemer] of [Vuurwerk] is geselecteerd in de Scènekeuze-functie
–
(pagina 34).
U neemt films op.
–
Stel de flitser in op
•
[Korte sluitertijd], [Strand] of [Sneeuw] is geselecteerd in de Scènekeuze-functie (pagina 21).
Wazige vlekken verschijnen in beelden die met de flitser worden opgenomen.
Stof in de lucht heeft het flitslicht gereflecteerd en wordt in het beeld weergegeven. Dit is
•
normaal.
De close-upopnamefunctie (Macro/Super-close-up) werkt niet.
[Schemer], [Landschap] of [Vuurwerk] is geselecteerd in de Scènekeuze-functie (pagina 34).
•
De datum en tijd worden niet weergegeven op het LCD-scherm.
Tijdens het opnemen worden de datum en tijd niet weergegeven. Ze worden alleen
•
weergegeven tijdens het afspelen.
De datums kunnen niet in een beeld worden ingevoegd.
•
Deze camera beschikt niet over een functie om datums in te voegen in beelden (pagina 105).
U kunt de datum toevoegen aan beelden en deze opslaan of afdrukken met "Picture Motion
•
Browser" (pagina 85).
De F-waarde en de sluitertijd knipperen wanneer u de sluiterknop half
ingedrukt houdt.
De belichting is niet goed. Pas de belichting aan (pagina 39).
•
Het scherm is te donker of te licht.
Pas de helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm aan (pagina 18).
•
Het beeld is te donker.
U neemt een onderwerp met een lichtbron erachter op. Selecteer de lichtmeetfunctie
•
(pagina 40) of pas de belichting aan (pagina 39).
Het beeld is te licht.
Pas de belichting aan (pagina 39).
•
(Niet flitsen) (pagina 21).
(Altijd flitsen) als
(Super-close-up) is ingesteld of [Landschap],
99