Inhoudsopgave
Advertenties
Adesys bv, Wateringen
16.5.2.1 Algemene richtlijnen voor ISDN
Voor een betrouwbare ISDN-bekabeling zijn de volgende algemene richtlijnen van belang:
•
Vanaf een NT1 aansluiting mogen maximaal 2 kabels naar randapparatuur gaan. Een
sterbekabeling naar meerdere randapparatuur is niet toegestaan.
•
De kabel van de S-bus mag niet langer zijn dan 150m.
•
Voor kabellengtes tot 10m volstaat standaard 4- of 8-aderige ronde telefoonkabel, ook wel
norm88 kabel genoemd. Voor langere lengtes is UTP-kabel (Unshielded Twisted Pair) van
minimaal CAT-3 categorie benodigd.
•
De kabel dient aan beide uiteinden afgesloten te zijn met 100Ω tussen de beide aders van elk
aderpaar. Voor de meeste ISDN-randapparatuur geldt:
•
NT1: weerstanden zijn altijd instelbaar,
•
Telefoontoestellen, faxen, modems e.d.: soms instelbaar, maar meestal geen weerstand,
•
Telefooncentrales: soms instelbaar, maar meestal standaard voorzien van een weerstand.
•
Octalarm-T: weerstanden zijn instelbaar.
•
Indien nodig zijn extra afsluitweerstanden, in de vorm van tussenstekers, splitters, of geïntegreerd
in aansluitdozen, verkrijgbaar bij uw telecom vakhandel.
•
Verwisseling van aders of aderparen leidt (in tegenstelling tot bij een analoge lijn) tot niet juist
functioneren.
16.6 Plaatsen en aansluiten GSM-antenne
(alleen voor Octalarm in GSM-uitvoering)
16.6.1 Interne antenne
Sluit beide antennestekers in het aansluitcompartiment op elkaar aan. Sluit de meegeleverde antenne
aan op de connector die zich aan de buitenzijde van de afdekkap bevindt. Zet de antenne altijd
verticaal voor maximale signaalsterkte.
16.6.2 Externe antenne
Plaats de externe GSM-antenne volgens de aanwijzingen in de bijgeleverde montagehandleiding.
Plaats de antenne in gebieden met verminderde ontvangstmogelijkheden zo hoog mogelijk en altijd
verticaal. Sluit de meegeleverde aansluitkabel aan op de connector in het aansluitcompartiment.
!"
Controleer na plaatsing altijd de veldsterkte van het antennesignaal. Door het indrukken van een
van de pijltoetsen verschijnt deze in het display. Wijzigingen in de signaalsterkte worden altijd
zeer traag gemeld, houdt hier rekening mee met bijv. het verplaatsen van de antenne.
16.7 Plaatsen SIM-kaart
(alleen voor Octalarm in GSM-uitvoering)
De voor het mobiele net vereiste SIM-kaart plaatst u als volgt:
"Schakel de Octalarm volledig uit,
"Druk met behulp van een scherp voorwerp op het gele knopje naast de schroefconnectoren, de
SIM-kaart houder komt nu naar buiten,
"Plaats de SIM-kaart in de houder en schuif deze in de melder,
"Schakel de Octalarm aan,
"Stel de PIN-code van de SIM-kaart in in prog. 41, "instellen telefoonkiezer" (fabrieksinstelling:
0000).
Octalarm-T2 / T4 / T8 / T16
Installatiehandleiding
33
Advertenties
Inhoudsopgave
