Gebruiksaanwijzing
5. WERKING LOKALE ALARMERING
5.1 Alarmzoemers
Bij een alarm klinkt de ingebouwde zoemer tezamen met de eventueel extern aangesloten zoemer(s).
De condities waaronder de zoemer moet starten en stoppen is instelbaar:
•
Direct starten bij binnenkomst van het alarm (fabrieksinstelling).
•
Starten na een ingestelde vertragingstijd.
•
Alleen starten wanneer de telefonische melding volledig is mislukt.
•
Automatisch stoppen na een ingestelde vertragingstijd, of bij het indrukken van de reset-toets.
•
Stoppen wanneer de telefonische doormelding correct is verlopen (fabrieksinstelling).
•
Alleen stoppen bij het indrukken van de reset-toets.
De standaard start- en stopcondities kunnen in het installatieprogramma gewijzigd worden (Zie
hoofdstuk 18.5 Prog 31 "instellen alarmzoemer").
Het volume van de interne zoemer is instelbaar van 0 tot 4 (fabrieksinstelling: 2). Het volume van de
(door Adesys als optie leverbare) externe zoemer kan tijdens het aansluiten op 3 niveaus ingesteld
worden.
5.2 Flitslamp
De Octalarm is voorzien van een uitgang voor een flitslamp (als optie leverbaar). In tegenstelling tot de
alarmzoemer is de flitslamp in een alarmsituatie niet met de reset-toets te onderbreken. De flitslamp
dooft pas wanneer het alarm opgeheven is of bij volledig uitschakelen van het alarmkanaal.
De flitslamp herinnert de gebruiker eraan dat het alarm weliswaar gereset, maar nog niet verholpen is.
12
Adesys bv, Wateringen
Octalarm-T2 / T4 / T8 / T16