Inhoudsopgave
Advertenties
Adesys bv, Wateringen
6. BEDIENING
6.1
6.2
6.3
6.1 Alarmlampjes
De status van een alarmkanaal wordt met het rode lampje als volgt aangegeven:
•
lampje uit: geen alarm.
•
lampje aan: alarm.
•
lampje knippert: alarm in aantocht. Het alarm is wel op de ingang van de melder aanwezig, maar
wordt nog niet gemeld omdat de voor dit kanaal ingestelde alarmvertragingstijd nog niet is
verstreken. Als het alarm weer verdwijnt binnen deze tijd dooft het lampje. Als het alarm blijft staan
zal na de ingestelde tijd het lampje continu gaan branden en start de melding.
6.2 Selectietoetsen alarmkanaal
De doormelding kan per alarmkanaal (bij Octalarm-T16: per twee alarmkanalen) uitgeschakeld worden
met deze toetsen. Bij ingeschakelde doormelding brandt het groene lampje in de toets. Om te
voorkomen dat de doormelding abusievelijk uitgeschakeld wordt (bijv. bij schoonmaken) dient de toets
vastgehouden te worden voor uitschakelen.
!"
bij uitgeschakeld alarmkanaal (groene lampje uit) zal geen alarm worden gemeld als op het
betreffende kanaal een alarm binnenkomt.
6.3 Toestelstoringslampjes
De Octalarm test periodiek een aantal belangrijke aansluitingen en voorzieningen. Bij een defect wordt
een signalering gegeven. De volgende functiestoringen worden via afzonderlijke storingslampjes
gesignaleerd:
•
accu defect
•
netstoring
•
telefoonlijn defect of storing in mobiele netwerk (uitvoering –G).
Octalarm-T2 / T4 / T8 / T16
Gebruiksaanwijzing
6.8
6.10
6.9
6.6
6.5
6.4
6.7
13
Advertenties
Inhoudsopgave
