Figuur 9
1. Remschakelaar
2. Zeskantschroef
(nr. 6 x 1⅜")
3. Zeskantschroef (nr. 10 x
¾")
3.
Zorg ervoor dat de arm van het rempedaal is
uitgelijnd en contact maakt met de knop van de
remschakelaar als u het pedaal loslaat.
4.
Controleer de diepte van de remschakelaarknop
terwijl de remschakelaar is ingeschakeld.
Opmerking:
De schakelaar moet zo worden
ingesteld dat de knop een beetje, maar niet
helemaal wordt ingedrukt als het rempedaal
wordt losgelaten en dat de knop naar buiten
steekt en een beetje extra ruimte heeft op het
moment dat de rem in werking wordt gesteld.
5.
Controleer de uitlijning en activering van de
schakelaar door de rem in en uit te schakelen.
g430214
4. Knipperlichtmodule
5. Borgmoer (nr. 6)
5