de sensor ontvangen), zal de spuitboom gedurende
enkele seconden omhoog komen en dan stoppen.
Het licht op de schakelaar (op het dashboard)
gaat traag aan en uit, wat erop wijst dat één van
de spuitbomen gestopt is. Bovendien zal het
controlelampje op de armsteun flikkeren om erop
te wijzen dat er een fout is.
Het controlelampje is het kleine, rode lichtje op
het armpaneel. Het duidt de status van het sonische
spuitboomsysteem aan:
• Brandt even: Het licht gaat even branden als u
het sonische spuitboomsysteem activeert. Het licht
gaat na enkele seconden uit en blijft uit zolang het
systeem naar behoren werkt.
• Knippert: Er is een actieve fout in het sonische
spuitboomsysteem.
Bediening en gebruik van de
spuitmachine
Belangrijk: Als u de machine gebruikt op erg
oneffen terrein, rij dan trager om te vermijden dat
de spuitbomen de grond raken.
Onderhoud
Reinigen
Reinig de sensoren regelmatig met een vochtige doek.
Vervang een sensor als hij beschadigd of overmatig vuil
is.
Belangrijk: Spuit geen water op of in de richting
van de sensoren. Zelfs water onder weinig druk
kan de sensor beschadigen. Dek de sensoren altijd
volledig af voordat u het spuitsysteem reinigt.
Opmerking: Als de spuitbomen gedurende lange
tijd op de steun blijven liggen, kan de dichting rond
de sensors (die naar boven gericht is) blootgesteld
worden aan ultraviolet licht en langzaam beschadigd
raken. Vermijd zo veel mogelijk dat de onderkant van de
sensors wordt blootgesteld aan direct zonlicht.
Stalling
Als u de sensors voor een langere periode niet gebruikt,
breng dan de veiligheidskapjes aan op de sensors om ze
te beschermen tegen de elementen.
14