2
4. Sluit de sabotageschakelaar aders aan van de van de module behuizing met de TMP en
COM aansluitingen. Indien de status van de sabotageschakelaar niet wordt gecontroleerd
door de module, sluit TMP en COM aansluitingen dan kort.
5. Sluit de voedingsaders met de +12 V en COM aansluitingen aan. Indien de afstand naar
de centrale minder is dan 300 meter, dan kan de module direct worden gevoed vanuit de
centrale. Indien de afstand naar de centrale hoger is, dient de module vanaf een andere
voedingsbron te worden gevoed welke dichterbij is gemonteerd (een voedingsunit of een
uitbreiding met voeding).
Opmerking: Indien de voedingsbron (alarmcentrale, uitbreiding met voeding, voedingsunit)
aanwezigheid van de accu test d.m.v. periodiek het voeding voltage te
verlagen, wees er dan zeker van dat de accu is aangesloten voor een correcte
werking van de INT-KNX module.
6. Installeer en verbind de BCU met de KNX bus (in overeenstemming met de BCU
fabrieksaanbevelingen).
7. Verbind de meegeleverde adapter met de INT-KNX module op de BCU (zie: Fig. 1).
Fig. 1. Correcte verbinding van de adapter naar de BCU.
8. Verbind de adapter met de INT-KNX module via de module meegeleverde kabel.
Fig. 2. Verbindingsadapter en INT-KNX module met kabel.
INT-KNX
SATEL