Handleiding
5.8 Alarm
Veel applicaties in de ECL Comfort 210- en 310-serie hebben een
alarmfunctie. De alarmfunctie activeert standaard relais 4 (ECL
Comfort 210) of relais 6 (ECL Comfort 310).
De alarmrelais kan een lamp, een hoorn, een ingang naar een
alarmverzendapparaat activeren enz.
De betreffende relais wordt geactiveerd zolang de
alarmvoorwaarde aanwezig is.
Standaard alarmen:
•
Actuele flow temperatuur verschilt van de gewenste flow
temperatuur.
•
Een geactiveerde circulatiepomp genereert geen drukverschil.
•
De functie herladen water genereert geen druk binnen een
vooraf ingestelde tijd.
•
Een universele alarmingang (applicatie-afhankelijk) wordt
geactiveerd.
Verschil hoog
Circuit
1
Het alarm wordt geactiveerd als de actuele flow temperatuur meer
toeneemt dan het ingestelde verschil (aanvaardbaar temperatuurverschil
boven de gewenste flow temperatuur). Zie ook 'Vertraging'.
UIT:
De alarmfunctie is niet actief.
1 ... 30 K: De alarmfunctie is actief als de actuele temperatuur
hoger wordt dan het aanvaardbare verschil.
Laagste verschil
Circuit
1
Het alarm wordt geactiveerd als de actuele flow temperatuur meer afneemt
dan het ingestelde verschil (aanvaardbaar temperatuurverschil onder de
gewenste flow temperatuur). Zie ook 'Vertraging'.
UIT:
De alarmfunctie is niet actief.
1 ... 30 K: De alarmfunctie is actief als de actuele temperatuur
lager wordt dan het aanvaardbare verschil.
78
DEN-SMT/DK
ECL Comfort 210, applicatie A266
11147
Instelbereik
Fabrieksinst.
UIT
UIT / 1 ... 30 K
11148
Instelbereik
Fabrieksinst.
UIT / 1 ... 30 K
UIT
Flow temp. °C
Flow temp. °C
VI.KT.X1.10
Verschil hoog
(ingestelde waarde)
Gewenste flow temp.
Tijd
Laagste verschil
(ingestelde waarde)
Gewenste flow temp.
Tijd
Danfoss District Energy