7. Installatie
mm
AWG
2
1,5 / 2,5
14
DC+
Bus
4 / 6
10
1,5 / 2,5
14
DC–
stekker
4 / 6
10
UTE-kit Multi-contact (voor Frankrijk)
De UTE-kit Multi-Contact voldoet aan de meest recente Franse
norm UTE C 15-712-1. De kit bevat 8 vergrendelingen, een mon-
tage- en ontgrendelingssleutel en een signaalsticker. Met deze
UTE-kit houdt u zich aan de in de UTE C 15-712-1 gedefi nieerde
eisen m.b.t. DC-beveiliging en -signalen.
UTE-kit Multi-contact
UTE-kit Multi-Contact voor SOLIVIA EU
G4 TR
7.4.3
Verbinding tot stand brengen
1.
Controleer de polariteit van de DC-spanning op de DC-aan-
sluitingen vóór aansluiting van de zonnepanelen.
2.
Monteer koppelstekker/koppelbus op de DC-kabel. Volg daar-
bij de aanwijzingen in het handboek van de koppelstekker.
3.
Steek de DC-kabel in de DC-aansluitingen van de omvormer.
4.
Controleer de installatie.
þ
Het aansluiten van de zonnepanelen is voltooid.
32
mm
3-6
32.0010P0001-UR
5,5-9
32.0012P0001-UR
3–6
32.0014P0001-UR
5,5-9
32.0016P0001-UR
3-6
32.0011P0001-UR
5,5-9
32.0013P0001-UR
3-6
32.0015P0001-UR
5,5-9
32.0017P0001-UR
Onderdeelnum-
mer Delta
EOE90000341
7.4.4
Dc-zijde aarden
De omvormer kan zowel aan de DC-plus-zijde als aan de DC-mi-
nus-zijde geaard worden. De aardverbinding moet dicht bij de
omvormer tot stand worden gebracht. Wij adviseren het gebruik
van de aardingskit van Delta.
Aan de DC-zijde heeft de omvormer een isolatie- en aardingsbewa-
king. De bewaking kan in het menu 230 Aarding geconfi gureerd
worden, zie
"10.13 Isolatie- en aardingsbewaking", p.
►
Monteer de aardingskit volgens het handboek dat met de
aardingskit wordt meegeleverd.
7.5
RS485 (EIA485) aansluiten (optioneel)
LET OP
Om beschermingsgraad IP65 te kunnen garan-
deren, moeten alle ongebruikte aansluitingen en
interfaces met de op de omvormer aangebrachte
afdekkingen worden afgesloten.
Alleen de hieronder beschreven kabels mogen
worden gebruikt. Standaardkabels zijn niet toe-
gestaan.
7.5.1
Algemene instructies
Via de RS485-interfaces (zie
Afb. 7.8, p.
omvormers op een monitoringsysteem worden aangesloten.
Afb. 7.8:
Positie van de RS485-aansluiting
Beide RS485-interfaces zijn intern 1:1 bedraad. Elke RS485-inter-
face kan als ingang resp. uitgang worden gebruikt.
Wanneer meerdere omvormers via RS485 op een computer of een
monitoringsysteem worden aangesloten, moet op elke omvormer
een andere RS485-ID worden ingesteld.
De RS485-ID (identifi er = eenduidige aanduiding) dient voor een
eenduidige identifi catie van elke omvormer in de installatie. Als een
en dezelfde RS485-ID op verschillende omvormers is ingesteld,
wordt slechts één ervan herkend.
De RS485-ID kan tijdens de inbedrijfstelling (zie
p.
36) en tijdens bedrijf (zie
"10.6 RS485 (EIA485)-instellingen",
p.
60) worden ingesteld.
Op de laatste omvormer van de rij moet een RS485-afsluitstekker
zijn aangesloten, zie
Afb. 7.10, p.
noodzakelijk om een storingvrije signaaloverdracht te garanderen.
Gebruiks- en installatiehandboek voor SOLIVIA 2.0/2.5/3.0/3.3/3.6/5.0 EU G4 TR
67.
32) kunnen één of meer
"8 Inbedrijfstelling",
33. De RS485-afsluitstekker is