• Alleen het werkingsindicatielampje op de
binnenunit werkt (de 3 andere worden uit-
geschakeld).
OPMERKING
• Neem contact op met uw Daikin-leveran-
cier wanneer u uw systeem wilt wijzigen.
6. GEEN SLECHTE WERKING
VAN DE AIRCONDITIONER
Volgende symptomen duiden niet op een
probleem met de airconditioner.
I. HET SYSTEEM WERKT NIET
• Het systeem start niet onmiddellijk nadat
de toets AAN/UIT is ingedrukt.
Wanneer de verklikkerlamp gaat branden,
is er geen storing aan het systeem. Dit is
een veiligheidsvoorziening om overbelast-
ing van het systeem te voorkomen. Na 3
minuten zal het systeem automatisch
opnieuw worden ingeschakeld.
• Het systeem wordt niet direct in werking
gesteld als de TEMPERATUURINSTELL-
ING-toets in de vorige stand wordt ter-
uggezet nadat de toets is ingedrukt.
Het start niet onmiddellijk omdat een bev-
eiliging overbelasting van het systeem
voorkomt. Na 3 minuten start het systeem
weer vanzelf.
• Als er 3 bevestigende pieptonen zijn (bij
normale werking hoort u slechts 2 piep-
tonen).
De bediening is ingesteld voor bediening
met de optionele afstandsbediening voor
centrale bediening.
• Als het indicatielampje ontdooien in het
display van van de binnenunit brandt
wanneer de modus verwarmen wordt
ingeschakeld.
Dit is een indicatie dat koude lucht wordt
uitgeblazen uit het apparaat. Er is geen
storing.
12
7. ZO BEPAALT U DE
OORZAAK VAN EEN
STORING
I. NOODSTOP
Wanneer de airconditioner in een noodgeval
is uitgeschakeld knippert het werkingsindi-
catielampje op de binnenunit. Voer de vol-
gende stappen zelf uit om de storingcode die
in het display verschijnt af te lezen. Neem
contact op met de leverancier en vermeld
deze code. Aan de hand van deze code kan
de leverancier de oorzaak van het probleem
nauwkeuriger bepalen, waardoor een even-
tueel noodzakelijke reparatie sneller zal kun-
nen worden uitgevoerd.
TEST
1
Druk op de toets INSPECTIE/WERK-
INGSTEST om de inspectiemodus
"
".
In het display verschijnt het symbool "
dat knippert. Het woord "UNIT" wordt verli-
cht.
2
UP
DOWN
Druk op de toets TIMER PROGRAM-
MEREN en wijzig het nummer van het
apparaat.
Druk de toets zo vaak als nodig in tot de bin-
nenunit een pieptonen genereert en voer de
vervolgens de volgende handeling(en) aan
de hand van het aantal pieptonen.
Aantal pieptonen
3 korte pieptonen.... Voer de stappen van
1 korte pieptoon...... Voer de stappen
1 lange pieptoon..... Normale situatie
"
3
tot en met
6
uit.
3
en
6
uit.
Nederlands