Inhoudsopgave
Advertenties
6 Bediening
83266507 1/2020-08 La
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Gascondensatieketel WTC-GB 90-A
6.8 Ketelkringpomp
6.8.1 Algemene aanwijzingen
Verwarming
Het toestel kan een externe ketelkringpomp via de uitgangen MFA 1, MFA 2 of VA1
aansturen.
De pomp wordt aangestuurd zolang er een warmtevraag is. Al er geen warmtevraag
meer nodig is, loopt de pomp gedurende de in parameter 41 ingestelde nalooptijd
(NLZ) verder.
Indien nodig kan met parameter 40 een continue werking van de pomp ingesteld
worden.
Pompsturingslogica
Zonder afstandsbedieningseenheid, bijv. WCM-FS of WCM-EM.
Bedrijfswijze
Regelingsvariante
Instelling P 40
Werking van de pomp
Bedrijfswijze
Regelingsvariante
Instelling P 40
Werking van de pomp
(1
Functie in verlaagde werking. In normale werking loopt de pomp onafhankelijk
van P 40 in continue werking.
6.8.2 Pomp met toerentalregeling
Als een pomp met toerentalregeling aangesloten is, gebeurt de regeling via een
PWM-stuursignaal. Zonder stuursignaal moduleert de PWM-pomp op 100 %.
Stuursignaal aan stekker
Standaardregeling
Bij deze regelingsvariante wordt het pompvermogen aangepast aan het gevraagde
brandervermogen. Als de brander uitgeschakeld is, werkt de pomp met minimaal
vermogen.
Parameter 43 op 1 instellen.
Modulatiegrenzen voor pomp in verwarmingsmodus via parameter 44 en 45
instellen.
Modulatiegrens voor pomp in warmwatermodus via parameter 46 instellen.
Verschiltemperatuurregeling
Bij deze regelingsvariante moduleert de pomp in functie van het
temperatuurverschil tussen vertrek- en terugloopvoeler.
Parameter 43 op 2 instellen.
Verschiltemperatuur via parameter 48 instellen.
Traagheid via parameter 49 instellen.
48-104
Stand-by/zomer
Met buitenvoeler
1
0
NLZ, uit
NLZ, uit
Winter
Met buitenvoeler
1
0
(1
Continu
NLZ, uit
aansluiten [hfst. 5.6.1].
Zonder buitenvoeler
1
0
Continu
NLZ, uit
Zonder buitenvoeler
1
0
Continu
Continu
Advertenties
Inhoudsopgave
