2.
Tijdsinstellingen
In dit hoofdstuk worden alle tijdfuncties geprogrammeerd, evenals de tijdsloten.
2.1.
Inlooptijden
Programmeer hier de inlooptijden. Een inlooptijd biedt de mogelijkheid om na het betreden van het
systeem via een in/uitloopzone gedurende deze tijd het systeem uit te schakelen. Gedurende de
inloop- en de uitlooptijd zijn de inbraakzones met de optie 'Toegangszone' eveneens vertraagd.
Wordt de inlooptijd overschreden en is er geen extra inlooptijd geprogrammeerd dan zal er een alarm
ontstaan. Hetzelfde gebeurt indien het systeem wordt betreden via een inbraakzone.
Ieder systeem (inclusief de gemeenschappelijke gebieden) heeft de beschikking over twee
inlooptijden met de bijbehorende in/uitloopzones. Hierdoor is het mogelijk om twee verschillende
routes te volgen tijdens het betreden van het pand. Indien beide inlooproutes doorlopen worden zal
de werkelijke inlooptijd altijd diegene zijn die als eerste gestart wordt.
2.1.1. Inlooptijd 1
Voer de inlooptijd in voor 'In/Uitloop 1'. Instelbaar per systeem en per gemeenschappelijk
gebied van 0 - 255 sec.
Standaard:
2.1.2. Inlooptijd 2
Voer de inlooptijd in voor 'In/Uitloop 2'. Instelbaar per systeem en per gemeenschappelijk
gebied van 0 - 255 sec.
Standaard:
2.2.
Uitlooptijd
Hier wordt de uitlooptijd geprogrammeerd. De uitlooptijd is de tijd die beschikbaar is om tijdens het
inschakelen het systeem te verlaten via in/uitloop- en toegangszones. Wordt de tijd overschreden of
een inbraakzone zonder optie 'Toegangszone' geactiveerd, dan ontstaat een uitloopfout.
Bij een systeemsplitsing kan gebruik worden gemaakt van gemeenschappelijke gebieden. Een
gemeenschappelijk gebied wordt samengesteld uit minimaal 2 systemen. Zodra de uitlooptijd van het
laatste systeem is verstreken, start de uitlooptijd van het gemeenschappelijk gebied.
Instelbaar per systeem en per gemeenschappelijk gebied van 0 - 255 sec.
Standaard: 30 sec.
2.3.
Verlengen van de inlooptijd
Bied de mogelijkheid om na het overschrijden van de inlooptijd eerst de uitgang 'Binnensirene' te
activeren. Na deze extra inlooptijd worden pas de kiezer en de uitgangen 'Inbraak' en 'Buitensirene'
geactiveerd. Instelbaar per systeem en gemeenschappelijk gebied van 0 - 255 sec.
Standaard: 0 sec.
2.4.
Sirenemenu
Hier worden de opties voor de sirenes en de kiezer herstelmelding na alarm geprogrammeerd.
2.4.1. Sirenetijd
De sirenetijd is de tijdsduur waarin de uitgang 'Buitensirene' geactiveerd blijft. De start van
deze activatie kan door de sirenevertraging uitgesteld worden. Moet de 'Binnensirene' ook
tijdbegrensd zijn, zie dan menu 2.4.3.
Programmeerhandleiding voor de CD95/15001
CD9501/15001 - II /v6p - 1-10-96
30 sec.
30 sec.
Tijden
Inlooptijden
Inlooptijd1
030
Inlooptijd2
030
Uitlooptijd
030
Extra Inloop
000
Sirenetijden
Sirenetijd
003
Pagina 23