De slangen aansluiten
Sluit de slangen goed aan om waterlekkage te voorkomen.
Maximale afstanden voor de slangen en het netsnoer
Aansluitingen aan de rechterkant
Aansluitingen aan de linkerkant
Watertoevoerslang
p
Hoogteverschil
afvoerslang
(max. 100 cm)
Afvoerslang
q
Afvoergat
40
145 cm
Watertoevoerslang
95 cm
Gootsteen
Hoogteverschil
afvoerslang
(max. 100 cm)
Afvoerslang
85 cm
Afvoergat
95 cm
140 cm
Gootsteen
40 cm
Watertoevoerslang
Waterleidingdruk en
waterdoorstroming
zWaterdruk: 0,03-1,0 MPa
Als de waterdruk deze waarde
overschrijdt, moet u een
drukverlagingsklep aanbrengen.
zWaterdoorstroming via de kraan:
5 L/min. of meer
Aansluiten van de watertoevoerslang
p
zU mag de slang NIET verdraaien,
pletten, wijzigen of inkorten.
zDraai de moer stevig vast.
1 Bevestig het ene uiteinde van de
slang aan de waterinlaat op het
apparaat en draai de bevestiging
handvast.
q
2 Bevestig het andere uiteinde van
de slang aan de kraan en draai de
bevestiging handvast.
min.
10 mm
3/4"
Slang met
watertoevoerventiel Standaardslang
3 Draai de kraan langzaam open en
controleer of er geen lekken zijn.
Afvoer via een gootsteen of
wasbak
Zet de afvoerslang vast met behulp
van een elleboogstuk zodat deze
niet loskomt door de waterdruk die
kan optreden bij het afpompen.
LET OP
Elleboogstuk
(meegeleverd)
Afvoer via een standpijp
(Achterkant van
het apparaat)
Waterinlaat
Watertoevoerslang
Afvoer via een afvoergat
OPMERKING
zU mag de afvoerslang niet
verdraaien, uittrekken of verbuigen.
zZorg ervoor dat het uiteinde van de
slang zich niet onder water bevindt.
Afvoerslang
LET OP
Standpijp
41
41