Als het signaalniveau hoog is, is het wenselijk een lage gevoeligheid in te stellen.
Men kan de gevoeligheid verhogen via de opwaartse pijltjestoets.
Kies een hoge gevoeligheid als het signaalniveau laag is.
Zodra de maximumgevoeligheid is ingesteld en men opnieuw de opwaartse pijltjestoets indrukt, gaat het toestel terug
over in automatische modus.
Batterijbehuizing (achteraan)
Ontvanger – Display (LA-1012)
3 a) Indicatie dat het akoestisch display uitgeschakeld is
3 b) Symbool duidt activering van LCD-verlichting aan
3c) Informatie gestuurd door de zender
(zendcode en batterijstatus)
3 d) Indicatie dat de automatische modus aangeschakeld is
3 e) Balkgrafiek voor weergave signaalintensiteit
3 f) Indicatie zwakke batterij
3 g) Manuele modus: bijkomende grafische weergave voor weergave geselecteerde gevoeligheid. Weergave van de
gevoeligheid in selectieve modus
Groot vergrootglas => hoge gevoeligheid
Klein vergrootglas => lage gevoeligheid
3 h) Indicatie dat de manuele modus geactiveerd is
3 i) Indicatie netspanning
3 j) Automatische modus; digitale weergave voor signaalintensiteit / manuele modus
3 k) Transmissieniveau van de zender (NIVEAU I, II, of III)
3 l) Indicatie dat netspanningsdetectiemodus geactiveerd is
3 m) Indicatie dat de manuele modus geselecteerd is
Kabeldetectiemodus
A, Automatic mode
Werkingsprincipe
De kabelzoeker bestaat uit een zender en een ontvanger. Het signaal gegenereerd door de zender bestaat uit een
gemoduleerde stroom die een magnetisch veld rond een geleider genereert (zie figuur 1). Dit elektromagnetisch veld
rond de geleider induceert een spanning in de spoelen van de ontvanger. Voor zowel de automatische als de manuele
modus werkt de ontvanger met drie spoelen en is niet afhankelijk van een bepaalde positie. Een selectieve en
positieafhankelijke detectie wordt uitgevoerd in de selectieve modus met slechts één actief spoel.
B, Manual mode
6