Pagina 1
Kabelzoeker Turbotech TT1012/TT1012B CABLE LOCATOR TRANSMITTER Symbolen op het toestel of in de handleiding Waarschuwing voor mogelijk gevaar; raadpleeg de handleiding. Opgelet! Gevaarlijke spanning. Gevaar voor elektrische schok. Wees uiterst voorzichtig! Het toestel is in overeenstemming met de vigerende richtlijnen.
De kabelzoeker heeft de volgende functies: • Zoeken van geleiders in muren, onderbrekingen in geleiders, kortsluitingen in geleiders • Opsporen van geleiders in de grond • Detecteren van zekeringen en herkennen van stroomkringen • Opsporen van stopcontacten (ook stopcontacten die met pleister bedekt zijn) •...
Pagina 3
naar de aarde, alle delen die met de aarde verbonden zijn onder spanning kunnen staan in geval van een fout (als de aardingsweerstand niet in overeenstemming is met de voorschriften). Als de verliesstroomschakelaar afschakelt bij het aansluiten van de zender (t.o.v. het aardingscontact PE), is er al een foutstroom in de installatie actief die het afschakelen van de verliesstroomschakelaar veroorzaakt als hij gecumuleerd wordt met de bijkomende voedingsstroom.
Pagina 4
Zender – Display LA-1012B ¡ ¡ ¡ ¡ 3a) Doorgezonden code (1,2,3,4,5,6,7) 3b) Indicatie voor externe spanning (12V, 50V, 120V, 230V, 400V) Detectie van externe spanning De functie voor detectie van geïntegreerde vreemde spanning is niet geschikt om te controleren of de verbinding onder spanning is.
Pagina 5
Technische gegevens Zender (LA-1012B) Uitgangssignaal 125 kHz Spanningsbereik 12...400 V Frequentiebereik 0...60 Hz Display LCD met functieweergave Externe spanningsdetectie max. 400 V AC/DC Overspanningscategorie CAT III/300 V Vervuilingsgraad Automatische sluimermodus circa 1 uur (inactiviteit) Voeding Een 9V batterij , NEDA 1604, IE6F22 Verbruik max.
Pagina 6
Als het signaalniveau hoog is, is het wenselijk een lage gevoeligheid in te stellen. Men kan de gevoeligheid verhogen via de opwaartse pijltjestoets. Kies een hoge gevoeligheid als het signaalniveau laag is. Zodra de maximumgevoeligheid is ingesteld en men opnieuw de opwaartse pijltjestoets indrukt, gaat het toestel terug over in automatische modus.
Pagina 7
figuur 1 Lokaliseren in volledige circuits 1ste mogelijkheid (éénpolige toepassing). Verbind de zender met slechts één geleider. In deze modus wordt de zender gevoed door de interne batterij. Omwille van het hoogfrequent signaal gegenereerd door de zender, kan slechts één enkele geleider gelokaliseerd en opgespoord worden.
Pagina 8
geactiveerd. Het gevoeligheidsbereik omvat 8 niveaus. Het respectieve gevoeligheidsniveau tussen 1 en 8 wordt veranderd en kortstondig getoond (3) door de toetsen (6 of 9) in te drukken. Wil men een selectieve en positieafhankelijke detectie uitvoeren, dan moet men de selectieve modus kiezen door een druk op MODE-toets 7. figuur 2 Raak de afgeschermde kabel met de ontvanger aan vlak vóór de plaats van de onderbreking.
Pagina 9
In volledige circuits (dubbelpolige toepassing) Bij detectie van kortsluitingen of bij kabelidentificatie, t.t.z. circuits met of zonder spanning. Spanningsvrije circuits worden rechtstreeks gevoed door de batterij van het toestel. Voorbeeld van volledig circuit: volledige circuits zijn geschikt voor o.m. detectie van stopcontacten, schakelaars e.d. in installaties onder spanning. Noot: De detectiediepte bedraagt 0...0,5 meter en is afhankelijk van de omstandigheden en de toepassing.
Pagina 10
Set-up: manuele modus, mininale gevoeligheid. Detectiediepte max. 2 meter. Lokaliseren van lijnonderbrekingen (éénpolige toepassing) Vereisten: • Het circuit moet volledig spanningsvrij zijn. • Alle niet-vereiste lijnen moeten verbonden worden met de hulpaarding overeenkomstig figuur 8. • Verbind de zender met één meetsnoer en met een nulgeleider zoals op figuur 6. •...
Pagina 11
dus afzonderlijk besteld worden. Als de zenders verbonden zijn zoals op figuur 13, duidt de ontvanger "3" aan links van de lijnonderbreking. Als u voorbij de onderbreking gaat, naar rechts toe, duidt de ontvanger "7" aan. Bent u vlak boven de onderbreking, dan wordt er geen lijncode weergegeven doordat de twee zendersignalen zich overlappen.
Pagina 12
figuur 8 Setup: manuele modus, minimale gevoeligheid. Detectiediepte max. meter. Lokaliseren van vernauwingen (obstructies) in installatiebuizen (éénpolige toepassing) Vereisten: • Alle circuits in de buis moeten spanningsvrij en geaard zijn. • Verbind de zender met de metalen spoel en hulpaarding zoals op fig. 9. •...
Pagina 13
figuur 10 • Zet de zender op LEVEL I Als men toets 4 van »LEVEL I« naar »LEVEL III« schakelt, verhoogt de afstandsgevoeligheid tot factor 5. Setup: selectieve modus, minimale gevoeligheid. De afschakelveiligheid heeft bij elke fabrikant een verschillende installatiepositie voor magnetische spoelen. Als er geen evident signaal door de ontvanger kan gevonden worden in de positie zoals hieronder, is het aangewezen de positie 90°...
Pagina 14
Setup: manuele modus, minimale gevoeligheid. Detectiediepte max. meter. Opsporen van geïnstalleerde water- en verwarmingsbuizen (éénpolige toepassing) Men moet het volgende in acht nemen: De te lokaliseren lijn moet gescheiden zijn van de equipotentiaalverbinding. Om veiligheidsredenen moet het elektrisch systeem spanningsvrij zijn! Verbind de zender met de aarde.
Pagina 15
figuur 13 Setup: manuele modus, minimale gevoeligheid. Detectiediepte max. meter. Lokaliseren van een volledige huisbekabeling (éénpolige toepassing) Praktijkvoorbeeld Om alle elektrische lijnen van een huis in één enkele procedure te definiëren, gaat u als volgt tewerk: • Verwijder de brug in de hoofdtoevoer tussen "PE" en "N". Om veiligheidsredenen moet het systeem volledig spanningsvrij zijn! •...
Pagina 16
kan gebeuren dat het elektromagnetisch veld zich niet ontwikkelt aan de vernauwing. Deze beperking kan gemakkelijk uitgeschakeld worden door gebruik te maken van een afzonderlijke geleider om de teruggaande lijn te simuleren. Deze afzonderlijke geleider maakt een grotere verspreiding van het elektromagnetisch veld mogelijk. Gelijk welke geleider- of kabelhaspel kan gebruikt worden als afzonderlijke retourgeleider.
Pagina 17
figuur 16 De signaalintensiteit verbetert bij een systeem onder spanning Als de zender met de fase en de nulgeleider verbonden is en als de kabels in de buis getwist zijn, dan vormen deze een spoeleffect waardoor de signaalintensiteit sterk verminderd wordt (zie figuur). Het bereik kan gedeeltelijk leiden tot een signaaluitval in geval van getwiste geleiders.
Pagina 18
Sorteren of bepalen van reeds geïnstalleerde geleiders (dubbelpolige toepassing) Vereisten: • Elk bestaand circuit in de kabel moet spanningsvrij zijn. • De snoeraansluitklemmen moeten getwist zijn en onderling elektrisch verbonden. • U hebt verschillende zenders nodig met verschillende zendsignalen (1 tot 7). •...
figuur 19 Een verschillende signaalintensiteit laat geen veronderstelling toe qua type en intensiteit van de aanwezige spanning. Een definitieve bepaling van de aanwezige spanning kan enkel gedaan worden bij gebruik van een meetinstrument uitgerust met een uitleesscherm. Bij het testen van de netverbindingskabels op eventuele onderbrekingen, erop toezien dat beide geleiders eenmaal verbonden zijn met de fase (draai de netstekker 180°...
Pagina 20
Alvorens de batterij te vervangen, alle aangesloten meetsnoeren uit het toestel verwijderen. Installeer de batterij overeenkomstig de polariteit aangeduid in de batterijbehuizing. Een omgekeerde polariteit kan de batterij onherroepelijk beschadigen. Ze kan ook exploderen of ontvlammen. Gebruik uitsluitend een batterij met de opgegeven specificaties! (Eén 9V batterij, NEDA 1604, IE6F22). Haal de batterij nooit uiteen ! Deze bevat zeer zware chemicaliën die brandwonden kunnen veroorzaken ! Mocht de batterijvloeistof in contact komen met de huid of de kleding, spoel deze dan onmiddellijk af met water.