Download Print deze pagina

Advertenties

weergave van de vochtigheidsinstelling.
In- of uitschakeling van het apparaat of resetten van de ingestelde tijd annuleert de instelling van de automatische
timer. De timer wordt ook geannuleerd als op het display B6 de melding P2 wordt getoond.
6. INSTELLING VAN DE IONISATIEFUNCTIE
■ De knop ION B11 dient voor het in- en uitschakelen van de ionisatiefunctie, die negatief geladen ionen toevoegt
aan de lucht en het effect van frisse lucht na regen creëert. De instelling van de ionisatiefunctie wordt aangegeven
door de led-indicator B1.
7. AUTO-DEFROST FUNCTIE
Het apparaat is uitgerust met een Auto-defrost functie (automatisch ontdooien). Dit betekent dat als er op de
verdamper ijs wordt gevormd, de compressor uitschakelt zodat deze niet beschadigd raakt. De ventilator blijft in
werking totdat het ijs ontdooid is.
Het proces van automatische ontdooiing wordt aangegeven doordat de melding P1 brandt op het display B6. De
beëindiging van het proces wordt aangegeven doordat de melding dooft.
AFVOER VAN CONDENSAAT
■ Voor de afvoer van het condensaat kan de tank A3 of de afvoerslang A12 worden gebruikt.
1. AFVOER VAN CONDENSAAT IN DE TANK
Zorg er voordat u het apparaat inschakelt voor dat de opening A8 is afgesloten met de dop.
Tijdens de werking wordt het condensaat opgevangen in de tank A3. Zodra deze vol is, wordt een geluidssignaal
afgegeven en schakelt het apparaat automatisch uit. De indicator B5 gaat knipperen en op het display B6 wordt de
melding P2 getoond. Schuif de tank A3 er voorzichtig uit en leeg hem. De bodem van de tank A3 is niet vlak; zet de
tank daarom niet op de grond als deze gevuld is met condensaat. Anders kan de tank omvallen. Plaats de tank A3
na het legen terug. De werking van het apparaat wordt automatisch hervat.
Als de tank A3 vol water is en het apparaat in de standby-stand staat, knippert de indicator B5 en wordt op het
display B6 de melding P2 getoond.
Opmerking:
Ga bij het verwijderen van de tank A3 voorzichtig te werk, zodat u de tank niet laat vallen en de binnenste
delen van de ontvochtiger niet beschadigd raken.
Neem het water dat kan voorkomen in de ruimte voor het plaatsen van de tank A3 voorzichtig op met
een doekje.
2. PERMANENTE AFVOER VAN CONDENSAAT VIA DE AFVOERSLANG
Neem voor een permanente afvoer van het condensaat de rubberen dop uit de opening A8. Bewaar de dop voor
toekomstig gebruik.
Sluit de meegeleverde afvoerslang
stevig op de opening A8 is aangesloten, zodat er geen condensaat lekt op de plaats van de verbinding.
Plaat het vrije uiteinde van de slang A12 zodanig dat het condensaat er vrij uit kan lopen. De bak of plaats waar het
condensaat wordt afgetapt moet groter zijn dan de opening A8. Buig of draai de slang A12 niet.
Demonteer de slang A12 na gebruik en sluit de opening A8 af met de dop.

PROBLEMEN OPLOSSEN

PROBLEEM/
MOGELIJKE OORZAAK
FOUTMELDING
De ontvochtiger kan
Het apparaat is niet aangesloten op het
niet in werking worden
stopcontact.
gesteld.
Het ingestelde vochtigheidsniveau is al
bereikt.
De tank A3 is vol of is niet juist
geïnstalleerd of staat niet op zijn
plaats.
A12
(diameter 13,5 mm) aan op de opening A8. Zorg ervoor dat de slang A12
OPLOSSING
Steek de stekker in het stopcontact.
De ontvochtiger schakelt altijd automatisch uit als
het ingestelde vochtigheidsniveau is bereikt.
Leeg de tank A3 en zet hem juist terug op zijn
plaats.

Advertenties

loading