12. INSTALLATIEHANDLEIDING- WERKINGSTEST
1. Wikkel de isolatiekap rond de verbindingen van de binnenunit en zet hem vast met isolatietape.
2. Bevestig het uitstekende deel van de signaalkabel aan de leiding of de buitenunit.
3. Bevestig de buizen (na ze met isolatietape te hebben omwikkeld) aan de muur met
klemmen of steek ze in plastic sleuven.
4. Dicht het gat in de muur waar de buis doorheen loopt af, zodat er geen lucht of water in kan
komen.
12.1 I N T E R N A T I E S
⚫ Werken de ON/OFF en FAN knoppen normaal?
⚫ Werkt de MODE normaal?
⚫ Werken het instelpunt en de TIMER correct?
⚫ Brandt elk lampje normaal?
⚫ Werkt het klepje voor de luchtstroomrichting niet?
⚫ Wordt het condenswater regelmatig afgevoerd?
12.2 A S S E M E N T E N
⚫ Zijn er ongewone geluiden of trillingen
tijdens de werking?
⚫ Kan het geluid, de luchtstroom of
de
condensafvoer
storen?
⚫ Is er koelvloeistof uitgelekt?
Opmerking: Het elektronische regelsysteem laat de compressor pas starten drie minuten nadat het
systeem van stroom is voorzien.
13. INSTALLATIEHANDLEIDING
INFORMATIE VOOR DE INSTALLATEUR
MODEL Vermogen (Btu/h)
Lengte van de pijp met
standaard vergoeding
Maximale afstand tussen
Binnen- en buitenunit
Extra koelmiddelvulling
Max. Hoogteverschil tussen
Binnen- en buitenunit
Type koelmiddel(1)
de
buren
9k/12k
5m
25m
15g/m
10m
R32/R290
63
tijde
n?
-
18k/24k
5m
25m
25g/m
10m
R32/R290