INHOUD 1. VEILIGHEIDSMAATREGELEN INSTRUCTIES VOOR ONDERHOUD 3. NAMEN VAN DE ONDERDELEN 4. WEERGAVE VAN DE BINNENUNIT 5. NOODFUNCTIE & AUTOMATISCHE HERSTART 6. AFSTANDSBEDIENING 7. GEBRUIKSAANWIJZING 8. INSTALLATIEHANDLEIDING - BELANGRIJKE OPMERKINGEN 9. INSTALLATIE-INSTRUCTIES - SELECTIE VAN DE INSTALLATIEPLAATS 10. INSTALLATIEHANDLEIDING INSTALLATIE VAN DE BINNENUNIT 11.
1. VEILIGHEIDSMAATREGELEN 1.1 VEILIGHEIDSINSTRUCTIES EN AANBEVELINGEN VOOR DE INSTALLATEUR Lees deze instructies voordat u de toepassing installeert en gebruikt. Tijdens de installatie van de binnen- en buitenunits moet de toegang tot het werkgebied voor kinderen verboden zijn. Er kunnen zich onvoorziene ongelukken voordoen.
Pagina 6
Controleer of het stopcontact geschikt is voor de stekker, laat anders het stopcontact vervangen. De eenheid moet zijn voorzien van een inrichting voor het scheiden van de netspanning met een alpolige contactscheiding die volledige scheiding onder de omstandigheden van overspanning van categorie III waarborgt, en deze inrichting moet in de vaste bedrading zijn opgenomen overeenkomstig de bedradingsvoorschriften.
Pagina 7
en moeten in de afzonderlijke afvalcontainers worden gedeponeerd. Breng de airconditioner aan het einde van zijn levensduur naar een inzamelpunt voor gevaarlijk afval voor verwijdering.
Gebruik de airconditioner alleen zoals beschreven in dit boekje. Deze instructies zijn niet bedoeld om alle mogelijke omstandigheden en situaties te dekken. Zoals bij elk elektrisch huishoudelijk apparaat, moeten gezond verstand en Daarom is voorzichtigheid bij de installatie altijd geboden. bediening en onderhoud.
Pagina 9
1.2 VEILIGHEIDSINSTRUCTIES EN AANBEVELINGEN VOOR DE GEBRUIKER Probeer niet airconditioner alleen installeer de airconditioner alleen; altijd neem contact op met gekwalificeerd technisch personeel. Reiniging en onderhoud moeten worden uitgevoerd door gekwalificeerd technisch personeel. Trek altijd de stekker uit het stopcontact voordat u reinigings- of onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
Pagina 10
De verpakkingsmaterialen zijn recycleerbaar enz. en moeten in de gescheiden afvalcontainers. Breng de airconditioner aan het einde van zijn levensduur naar een speciaal afvalverwerkingsbedrijf.
Pagina 11
Verzamelpunt voor verwijdering. Gebruik het apparaat altijd met het luchtfilter gemonteerd. Het gebruik van de airconditioner zonder luchtfilter kan leiden tot overmatige ophoping van stof of vuil op de interne onderdelen van het apparaat, wat storingen kan veroorzaken. De gebruiker moet ervoor zorgen dat het apparaat wordt geïnstalleerd door een gekwalificeerde technicus die ervoor moet zorgen dat de aarding voldoet aan de geldende voorschriften en...
Pagina 12
en neem contact op met de klantenservice.
Pagina 13
Langdurig gebruik van het apparaat onder dergelijke omstandigheden kan leiden tot brand of elektrische schokken. Laat reparaties alleen uitvoeren door een erkende servicedienst. vice-centrum van de fabrikant. Onjuiste reparatie kan gebruiker blootstellen risico elektrische schokken enz. Maak de automatische schakelaar los als u het toestel lange tijd...
Pagina 14
van de Uitvoering reiniging- keuze de Onderhoudswerk. temperatuur kan schade aan het apparaat voorkomen.
1.3 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN EN -VERBODEN Knik, trek of knijp niet aan het netsnoer, want dat kan het beschadigen. Bij beschadiging van het netsnoer bestaat gevaar voor elektrische schokken of brand. Een beschadigde netkabel mag alleen door gekwalificeerd technisch personeel worden vervangen. Gebruik geen verlengstukken of gangmodules.
Pagina 16
zintuiglijke of geestelijke vermogens, of gebrek aan ervaring en kennis, tenzij zij onder toezicht staan van een verantwoordelijk persoon of van hem instructies hebben gekregen over het gebruik van het apparaat.
Pagina 17
Klim niet op het apparaat en plaats geen zware of hete voorwerpen op het apparaat. Laat geen ramen of deuren gedurende lange tijd open staan wanneer de airconditioner in werking is. Richt de luchtstroom niet op planten of dieren. Langdurige rechtstreekse blootstelling aan de koude luchtstroom airconditioner...
Pagina 18
2. INSTRUCTIES VOOR SERVICE 1. Raadpleeg deze handleiding voor de afmetingen van de ruimte die nodig is voor een correcte installatie van het toestel, inclusief de minimaal toegestane afstand tot aangrenzende structuren. 2. Het apparaat moet worden geïnstalleerd, bediend en opgeslagen in een ruimte met een vloeroppervlak van meer dan 4 m2.
Pagina 19
Voorzichtig! BrandgevaarGebruiksaanwijzingLees de technische handleiding...
Pagina 20
16. Onderhoudsinformatie: 1) Controle van de ruimte: Voor aanvang van werkzaamheden aan apparatuur met ontvlambare koelmiddelen zijn veiligheidscontroles vereist om ervoor te zorgen dat het ontstekingsgevaar tot een minimum wordt beperkt. Neem bij reparaties aan het koelsysteem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht voordat u werkzaamheden aan het systeem uitvoert.
Pagina 21
◼ De vulhoeveelheid is afhankelijk van de grootte van de ruimte waarin de koelmiddelhoudende onderdelen worden geïnstalleerd; ◼ De ventilatiesystemen en uitlaten functioneren naar behoren en zijn niet verstopt; ◼ Bij gebruik van een indirect koelcircuit moet het secundaire circuit op de volgende punten worden gecontroleerd Aanwezigheid van koelmiddel;...
Pagina 22
onleesbaar zijn, worden gecorrigeerd; ◼ Koelmiddelleidingen of -componenten moeten zodanig worden geïnstalleerd dat zij niet worden blootgesteld aan stoffen die koelmiddel bevattende componenten kunnen aantasten, tenzij de componenten zijn vervaardigd van materialen die van nature corrosiebestendig zijn of afdoende tegen dergelijke corrosie zijn beschermd. 9) Controles op elektrische apparatuur: Reparatie- en onderhoudswerkzaamheden aan elektrische componenten moeten een eerste veiligheidscontrole en inspectieprocedures voor de componenten omvatten.
Pagina 23
18. Reparatie van intrinsiek veilige componenten: 1) Plaats geen permanente inductieve of capacitieve belastingen in het circuit zonder...
Pagina 24
ervoor zorgen dat zij de toegestane spanning en stroom voor de gebruikte apparatuur niet overschrijden. Intrinsiek veilige componenten zijn de enige die onder spanning mogen werken wanneer er een ontvlambare atmosfeer aanwezig is. De testapparatuur moet de juiste classificatie hebben.
Pagina 25
2) Vervang onderdelen alleen door de door de fabrikant gespecificeerde onderdelen. Andere onderdelen kunnen bij een lek in de atmosfeer het koelmiddel doen ontbranden. 19. Bedrading Controleer of de bedrading niet onderhevig is aan slijtage, corrosie, overmatige druk, trillingen, scherpe randen of andere nadelige omgevingsinvloeden. Bij de proef wordt ook rekening gehouden met de effecten van veroudering of constante trillingen van bronnen zoals compressoren of ventilatoren.
Pagina 26
⚫ Open het circuit door te snijden of te solderen.
Pagina 27
De koelmiddelvulling moet worden teruggewonnen in de juiste terugwinningscilinders. Het systeem moet worden doorgeblazen met OFN om het apparaat veilig te maken. Het is mogelijk dat dit proces verschillende keren moet worden herhaald. Voor deze taak mag geen perslucht of zuurstof worden gebruikt. Het spoelen gebeurt door het vacuüm in het systeem te onderbreken met OFN en verder te vullen tot de werkdruk is bereikt, vervolgens te ontluchten naar de atmosfeer en tenslotte te laten zakken tot het vacuüm.
Pagina 28
24. Etikettering De apparaten worden voorzien van een etiket waarop staat dat zij buiten bedrijf zijn gesteld en dat het koelmiddel is geledigd. Het etiket moet worden gedateerd en ondertekend. Zorg ervoor dat de eenheden zijn voorzien van etiketten waarop de...
Pagina 29
het apparaat bevat ontvlambaar koelmiddel. 25. Procedure voor de inning van vergoedingen Naast de conventionele laadprocedures moet aan de volgende eisen worden voldaan. ⚫ Zorg ervoor dat de verschillende koelmiddelen niet worden verontreinigd bij het gebruik van oplaadapparaten. De slangen of leidingen moeten zo kort mogelijk zijn om de hoeveelheid koudemiddel die ze bevatten tot een minimum te beperken.
Pagina 30
koelmiddel in het smeermiddel achterblijft. Het evacuatieproces moet worden uitgevoerd voordat de compressor naar de leverancier wordt teruggestuurd. Alleen elektrische verwarming van het compressorhuis kan dit proces versnellen. Het aftappen van olie uit een systeem moet veilig gebeuren.
3. NAMEN VAN DE ONDERDELEN Opmerking: De bovenstaande illustraties zijn slechts bedoeld als een eenvoudige voorstelling van het toestel en komen mogelijk niet overeen met het uiterlijk van de gekochte toestellen. 1. Voorpaneel 2. Luchtfilter 3. Optioneel filter (indien geïnstalleerd) 4.
4. WEERGAVE VAN DE BINNENUNIT Functie SLAAP SLAAPSMODUS Temperatuurweergave (indien (1) Licht op tijdens de beschikbaar) timerwerking wanneer de /foutcode airconditioner in werking is (2) Weergave van de foutcode wanneer er een fout optreedt. TIMER Licht op tijdens de timer. De vorm en positie van de schakelaars en indicatoren kunnen per model verschillen, maar hun functie is dezelfde.
De noodknop bevindt zich op het deksel van de e-box van het toestel onder het frontpaneel. 5.2 A U T O - N E U S T A R T - F U N C T I E Het toestel is uitgerust met een automatische herstartfunctie. Bij een plotselinge stroomonderbreking slaat de module de instellingen op die geldig waren vóór de stroomonderbreking.
Pagina 34
6.1 F E R N A T I E S E N C O N T R I B U T I E S Symbool Betekenis Batterij-indicator Automatische modus Koelmodus Droge modus Alleen ventilatorstand Verwarmingsmodus ECO-modus Timer Temperatuurweergave Ventilatorsnelheid: Auto/ laag/ laag-medium/ medium/ medium-hoog/ hoog Mute-functie TURBO functie...
Pagina 35
Display AAN/UIT Schakelz Functie Voor het in- en uitschakelen van de airco. Om de temperatuur of de timer uren te verlagen. Verhoog de temperatuur of stel de timer uren in. MODEL Voor het selecteren van de werkingsmodus (AUTO, COOL, DRY, FAN, HEAT).
Pagina 36
maar hetzelfde. Het toestel bevestigt de correcte ontvangst van elke toets met een pieptoon. 6.2 B A T E R I E S UITGEWISSELD 1) Verwijder het batterijdeksel van de achterkant van de afstandsbediening door het in dezelfde richting te schuiven als het batterijdeksel. Richting van de pijl.
Gebruik geen oplaadbare batterijen. Vervang de oude batterijen door nieuwe van hetzelfde type wanneer het display niet meer leesbaar is. Gooi batterijen niet weg als ongesorteerd huisvuil. Dit afval moet apart worden ingezameld en een speciale behandeling krijgen. Bij sommige modellen kunt u, telkens wanneer u de batterijen voor het eerst in de afstandsbediening plaatst, de regelmodus voor alleen koelen of alleen verwarmen instellen.
Pagina 38
vochtigheid verlagen.Om de koelfunctie (COOL) te activeren, drukt u op de knop...
Pagina 39
MODE-toets totdat de Het symbool verschijnt op het display. Gebruik de toets om een lagere temperatuur dan die van de kamer in te stellen.
6.4 FAN MODE (niet de FAN knop) Ventilatorstand, alleen ventilatie. Om de FAN modus in te stellen, druk op de MODE- toets totdat op het display verschijnt. 6.5 DROGE MODUS Deze functie vermindert de vochtigheid om het binnenklimaat te verbeteren. Om de DRY modus in te stellen, druk op deMODE toets totdat op het display verschijnt.
Pagina 41
MID-HIGH/ HIGH/ TURBO kan worden ingesteld.
(Flash) 6.8 VEILIGHEIDSFUNCTIE VOOR KINDEREN 1) Druk tegelijkertijd op de MODE en TIMER toetsen om deze functie te activeren en nogmaals om deze uit te schakelen. 2) Deze functie activeert geen enkele knop. 6.7 TIMERFUNCTIE - TIMER AAN Om het toestel in werking te stellen. Wanneer het apparaat is uitgeschakeld, kunt u de TIMER op AAN zetten.
6.9 ZWAAIFUNCTIE 1. Druk op de SWING-toets om de jaloezie te activeren. 1) Druk op om de horizontale flappen te activeren en ze van boven naar beneden te bewegen. pan. wordt weergegeven op het display van de afstandsbediening. Druk nogmaals om de panbeweging onder de huidige hoek te stoppen. 2) Druk op om de verticale deflectoren te activeren en van links naar rechts te pannen.
Pagina 45
Ventilator snelheid om stil te zijn. 3. Wanneer u op de toets FAN/ TURBO/ SLEEP drukt, wordt de MUTE functie uitgeschakeld. De MUTE functie kan niet worden geactiveerd in de droge modus.
6.12 SLAAPFUNCTIE Vooraf ingesteld automatisch bedieningsprogramma. Druk op de SLEEP toets om de SLEEP functie te activeren. Het display toont Druk opnieuw om deze functie te annuleren. Na 10 uur in de slaapstand schakelt de airconditioner over naar de vorige instelstand.
Pagina 47
binnenunit totdat u een pieptoon hoort en verschijnt op het display van de afstandsbediening en het LED display in het interieur. 1. Deze functie helpt bij het verwijderen van opgehoopt vuil, bacteriën, enz. uit de interne verdamper. 2. Deze functie werkt ongeveer 30 minuten, waarna het toestel terugkeert naar de vooraf ingestelde modus.
toets om deze functie tijdens de werking te annuleren. U hoort 2 piepjes wanneer de handeling is voltooid of geannuleerd. Het is normaal dat er enige ruis is tijdens dit functionele proces, aangezien de Plastic materialen zetten na verloop van tijd uit.
Pagina 49
Herhaal de stappen 1 en 2. Voer uw favoriete instelling uit: 1. Druk in elke modus (KOELEN/WARMTE/LUCHT/DROOG) eenmaal op de toets " I SET " om deze te activeren; 2. Het toestel voert uw voorkeursinstelling uit en u ziet [AU] knipperen op de afstandsbediening; 3.
7. GEBRUIKSAANWIJZING Bedrijfstemperatuur De airconditioner is geprogrammeerd voor comfortabele en geschikte leefomstandigheden zoals hieronder beschreven. Als het buiten deze voorwaarden wordt gebruikt, kunnen bepaalde VEILIGHEIDSFUNCTIE K B r e a t f r t i t e r e b t e d n e . r R K e ü p h a l r u i e n r g e n S B i e e d t r a i s e b K l d i m e r a H g e e r i ä...
Pagina 51
8. INSTALLATIEHANDLEIDING - BELANGRIJKE OVERWEGINGEN Belangrijke overwegingen ⚫ De door u gekochte airconditioner moet door professioneel personeel worden geïnstalleerd en de "Installatiehandleiding" is uitsluitend bestemd voor professioneel installatiepersoneel. vastbesloten! De installatie-instructies moet zijn onderworpen aan onze regels voor klantenservice. ⚫ Bij het laden van brandbaar koelmiddel kan elke onjuiste handeling ernstig letsel aan het lichaam of aan voorwerpen veroorzaken.
Pagina 52
Tabel GG.1 - Maximale belasting (kg) Tabel GG.2 - Minimaal ruimtebeslag ( Beginselen van de veiligheid van de installatie 1. Veiligheid op het terrein Open vuur is verboden Ventilatie vereist 2. Operationele veiligheid Kijk uit voor statische elektriciteit/ Draag beschermende kleding en antistatische handschoenen/ Gebruik geen mobiele telefoon 3.
Pagina 53
⚫ Koudemiddel lekkage detector ⚫ Geschikte installatieplaats Neem hier nota van: 1. De installatieplaats moet zich in een goed geventileerde ruimte bevinden. 2. De plaatsen voor installatie en onderhoud van een airconditioner die het koelmiddel R290 gebruikt, moeten vrij zijn van open vuur, lassen, roken, droogovens of andere warmtebronnen met een temperatuur van meer dan 370oC die gemakkelijk tot open vuur kunnen leiden;...
Pagina 54
Drukmeter A) De manometers moeten regelmatig worden geijkt. B) De drukmeter voor koelmiddel 22 kan worden gebruikt voor de koelmiddelen R290 en R161; de drukmeter voor R410A kan worden gebruikt voor koelmiddel 32. Brandblusser Het dragen van brandblussers is vereist bij het installeren en onderhouden van airconditioningsystemen.
9. INSTALLATIEHANDLEIDING - SELECTIE VAN DE INSTALLATIEPLAATS 9.1 BINNENUNIT ⚫ Installeer de binnenunit op een stabiele muur die niet is blootgesteld aan trillingen. ⚫ De in- en uitlaatopeningen mogen niet worden geblokkeerd: De lucht moet door de hele kamer kunnen stromen. ⚫...
Pagina 56
(gebruik anders eventueel een afscherming die de luchtstroom niet mag hinderen). ⚫ Reserveer de in de illustratie aangegeven zones zodat de lucht vrij kan circuleren. ⚫ Installeer de buitenunit op een veilige en vaste plaats. ⚫ Als de buitenunit wordt blootgesteld aan trillingen, breng dan rubberen afdichtingen aan op de voeten van de unit.
Installatieschema De koper moet ervoor zorgen dat de persoon en/of het bedrijf dat deze airconditioner installeert, onderhoudt of repareert, gekwalificeerd is en ervaring heeft met koelmiddelen. 10. INSTALLATIEHANDLEIDING - INSTALLATIE VAN DE BINNENUNIT Voordat u met de installatie begint, moet u de positie van de binnen- en buitenunits bepalen, rekening houdend met het volgende Aandacht voor de minimumafstanden rond de eenheden Installeer uw airconditioner niet in natte ruimten zoals badkamers, wasruimten, enz.
Pagina 58
1. Maak het leidinggat (65) in de muur licht aflopend naar buiten. 2. Plaats de doorvoerhuls in het gat om te voorkomen dat de aansluitleidingen en kabels bij het boren van het gat worden beschadigd.
Het gat moet naar buiten aflopen Opmerking: Houd de afvoerbuis naar beneden in de richting van het gat in de muur, anders kan er lekkage ontstaan. 10.3 ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN - BINNENUNIT 1. Open het voorpaneel. 2. Verwijder het deksel zoals aangegeven in de afbeelding (door een schroef te verwijderen of de haken af te breken).
• Verwijder de dop pas van de leiding als u deze aansluit, om te voorkomen dat er vocht of vuil binnendringt. • Als de pijp te vaak wordt gebogen of getrokken, zal hij stijf worden. Buig de pijp niet meer dan drie keer op één punt. -Wanneer u de opgerolde buis verlengt, moet u deze rechttrekken door deze voorzichtig af te rollen zoals aangegeven in de afbeelding.
Pagina 61
2. De afvoerslang moet schuin naar beneden lopen om de afvoer te vergemakkelijken.
3. De afvoerslang niet knikken, uitsteken of verdraaien en het uiteinde niet in het water houden. 10.7 INSTALLATIE VAN DE BINNENUNIT Na het aansluiten van de leiding volgens de instructies de aansluitkabels installeren. Plaats nu de afvoerpijp. Wikkel na de aansluiting de leiding, de kabels en de afvoerbuis in met het isolatiemateriaal.
11. INSTALLATIEHANDLEIDING - INSTALLATIE VAN DE BUITENUNIT ⚫ De buitenunit moet op een stevige muur worden geïnstalleerd en stevig worden bevestigd. ⚫ Let op het volgende voordat u de leidingen en aansluitkabels aansluit: Bepaal de beste plaats op de muur en laat voldoende ruimte over om onderhoudswerkzaamheden gemakkelijk uit te voeren.
Pagina 64
3. Het veiligste systeem is om de verbinding aan te halen met een vaste sleutel en een momentsleutel:...
Pagina 65
11.4 BLEEDING Lucht en vocht die in het koudemiddelcircuit achterblijven kunnen een storing van de compressor veroorzaken. Ontlucht na het aansluiten van de binnen- en buitenunits het koelcircuit van lucht en vocht met een vacuümpomp. 11.5 KOELMIDDELDRUKTEST Luchttoevoer Lage drukbereik van koelmiddel R290: 0,4-0,6 MPa;...
Pagina 66
12. INSTALLATIEHANDLEIDING- WERKINGSTEST 1. Wikkel de isolatiekap rond de verbindingen van de binnenunit en zet hem vast met isolatietape. 2. Bevestig het uitstekende deel van de signaalkabel aan de leiding of de buitenunit. 3. Bevestig de buizen (na ze met isolatietape te hebben omwikkeld) aan de muur met klemmen of steek ze in plastic sleuven.
Pagina 67
(1) ZIE HET TYPEPLAATJE DAT OP DE BUITENUNIT IS AANGEBRACHT. Model Binnen Model binnen Buiten Buiten Koeling Verwarmi Koeling Verwarmi Capaciteit Capaciteit Huidige Huidige Nominale 6.5A 7.0A Nominale stroom stroom 7.2A 8.0A (IEC/EN60335) (IEC/EN60335) Stroomverbruik Stroomverbruik Vermogen Vermogen 1450W 1550W 1600W 1750W (IEC/EN60335)
Pagina 69
13.3 P R O D U C T I E S P L A N Het bedradingsschema kan per model verschillen. Zie de aansluitschema's bij de binnen- en buitenunit. Het bedradingsschema is bevestigd aan de binnenunit onder het voorpaneel; Op de buitenunit is het bedradingsschema op de achterkant van het deksel van de buitenhandgreep geplakt.
14. ONDERHOUD Regelmatig onderhoud is belangrijk om uw airconditioner efficiënt te houden. Voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert, moet u de stekker uit het stopcontact trekken. 14.1 BINNENUNIT STOFFILTER 1. Open het voorpaneel in de richting van de pijl. 2. Houd het voorpaneel met één hand omhoog en verwijder het luchtfilter met de andere hand. 3.
15. MISSING SEARCH SCHILDERFUNCTIE MOGELIJKE OORZAKEN Stroomuitval/stekker eruit getrokken. Het apparaat werkt niet Beschadigde ventilatormotor van de binnen/buitenunit. Defecte thermomagnetische stroomonderbreker van de compressor. Defecte beveiliging of zekeringen. Losse aansluitingen of uitgetrokken stekker. Om het toestel te beschermen, schakelt het soms uit. Spanning hoger of lager dan het spanningsbereik.
Fout van de binnentemperatuursensor Buitenontladingstemperatuur Sensorfout Fout van de Fout van de IPM-buitenmodule binnenpijptemperatuursensor Buitentemperatuursensor Fout van de externe stroomdetectie Storing Storing van de motor van de EEPROM-fout op de buitenste binnenventilator printplaat Lekkage of storing in het koelsysteem Storing aan de externe ventilatormotor Fout in de Fout in zuigsensor buiten buitenluchttemperatuursensor...
17. GARANTIE GARANTIE De fabrikant garandeert het product tegen materiaal- en fabricagefouten gedurende een periode van 2 jaar vanaf de oorspronkelijke aankoopdatum. De garantie geldt alleen als het product bestemd is voor huishoudelijk gebruik. De garantie dekt geen defecten als gevolg van normale slijtage. De fabrikant verbindt zich ertoe de onderdelen die door de erkende dealer als defect zijn aangemerkt, te vervangen.
Pagina 76
18. PRODUCTFALEN WAT MOET IK DOEN ALS MIJN MACHINE KAPOT GAAT? Als u uw product in een winkel heeft gekocht: a) Leeg de brandstoftank als uw machine er een heeft. b) Zorg ervoor dat uw toestel compleet is, met alle meegeleverde accessoires en schoon! Indien dit niet het geval is, zal het reparatiebedrijf het toestel afkeuren.
19. UITSLUITING VAN GARANTIE DE GARANTIE DEKT NIET: • Inbedrijfstelling en instelling van het product. • Schade veroorzaakt door normale slijtage van het product. • Schade veroorzaakt door verkeerd gebruik van het product. • Schade veroorzaakt door installatie of inbedrijfstelling niet in overeenstemming met de gebruiksaanwijzing.
Pagina 78
worden opgeladen voordat ze worden opgeslagen.