Inhoudsopgave
Advertenties
Digitale radiofunctie (DAB, DAB+ en
DMB-audio)*
Hoofdmenu DAB-RADIO.
Afb. 12
De DAB-radio-ontvanger is compatibel met
de standaarden DAB, DAB+ en DMB-audio.
Digitale radio in Europa wordt uitgezonden
op de frequenties van band III (174 MHz tot
240 MHz) en band L (1.452 MHz tot
1.492 MHz).
De frequenties van beide banden worden
"kanalen" genoemd en hebben een afkorting
(bv. 12 A ).
Een kanaal omvat verschillende DAB-zenders
met de bijkomende diensten beschikbaar in
een "set".
Momenteel is DAB niet overal beschikbaar.
Als het apparaat in de radiofunctie DAB staat
en zich in een zone bevindt waar DAB niet
beschikbaar is, wordt weergegeven.
Radio
DAB-radiofunctie starten
In het hoofdmenu RADIO op de functietoets
›››
afb. 12
drukken en
FREQUENTIEBAND
kiezen.
De laatst ingestelde DAB-radiozender wordt
afgespeeld, als deze ter plaatse nog te ont-
vangen is.
De momenteel gekozen zender wordt op de
bovenste regel van het scherm weergegeven.
De gekozen zenderset wordt onder deze re-
›››
gel weergegeven
afb.
12.
Extra DAB-zenders
Sommige DAB-zenders bieden, tijdelijk of
permanent, extra zenders aan (bijvoorbeeld
voor sportevenementen).
U kunt de extra zenders op dezelfde manier
kiezen als de conventionele DAB-zenders. In
de zenderlijst worden ze echter onderschei-
den met behulp van het pictogram 2nd .
In het hoofdmenu DAB wordt de naam van de
extra ingestelde zender getoond samen met
het symbool .
Extra zenders kunnen niet in het geheugen
worden opgeslagen.
Vanaf het hoofd-
Druk op de naam van de hoofd-
scherm
zender
Druk op de voorkeuzetoets van
de hoofdzender
Vanaf de zenderlijst
Selecteer de bijkomende zender
uit de lijst
DAB
Automatisch zendervolgsysteem: schakelen
van DAB naar FM
In DAB-instellingen / Geavanceerd
kunt u de frequentieband
instellingen
FM voor het automatische zendervolgsys-
teem wijzigen.
Als de DAB-zender waarnaar geluisterd
wordt, niet meer wordt ontvangen (bijvoor-
beeld omdat DAB niet meer beschikbaar is),
probeert het apparaat die zender op de FM-
frequentieband te zoeken en te ontvangen.
Om zenders via verscheidene frequenties te
kunnen volgen, moeten de DAB- en FM-zen-
der dezelfde zendercode uitzenden, of moet
via DAB aangeduid zijn welke FM-zender
overeenkomt met zijn DAB-tegenhanger.
Wanneer de overeenkomstige FM-zender ge-
vonden is, verschijnt de weergave (FM) ach-
ter de naam van de zender. Wanneer de DAB-
zender opnieuw beschikbaar is, keert het
systeem na een tijdje terug naar de DAB-
functie. De weergave (FM) verdwijnt.
Indien het signaal te zwak is en de DAB-zen-
der niet gevonden kan worden op de FM-golf-
lengte, wordt het geluid van de radio onder-
drukt.
»
13
Advertenties
Inhoudsopgave
