1. Overtuig u ervan dat de constructie waaraan het
toestel wordt bevestigd (ophanging of frame)
voldoende deugdelijk is om het gewicht van het
toestel en de aan- en afvoerpijpen te dragen.
2. De plaats waar het toestel wordt gemonteerd
moet rondom voldoende ruimte hebben voor
Fig. 2
25.. L
2525
2530
L min.
550
620
5.
Aan de bovenzijde van het toestel zijn 4 op-
hangpunten met gaten ∅ 10 mm voorzien.
Gebruik 4 draadstangen van ∅ 10 mm voor de
ophanging. Het toestel moet aan 4 afzonderlijke
punten hangen. Verbinding van 2 punten naar
één gezamelijk ophangpunt is niet toegestaan.
Speciaal
ontworpen
verkrijgbaar bij uw Reznor leverancier.
Na plaatsing mag het toestel niet meer kunnen
bewegen om spanning op de aan- en afvoerpijp,
op de gasbuis en op de elektrische aansluiting te
vermijden. Als optie zijn 1" BSP montagedoppen
verkrijgbaar.
6.
Bij plaatsing als garagetoestel (type C) moet
de afstand tussen vloer en onderzijde toestel
5
3. MONTAGE (volgens GAVO-richtlijn)
AFSTANDEN EN MONTAGE
2535
2545
2555
750
900
muurbeugels
service en veiligheid.
3. Let erop dat het toestel waterpas en trillingvrij is
opgesteld.
4. Montage op een frame is mogelijk, zie fig. 2. Het
toestel moet vast op het frame bevestigd worden.
2575
2595
1100
1400
min. 1,70m bedragen.
Opgelet : thermostaten & schakelaars die niet
vonkvrij zijn dienen ook op een hoogte van min.
1.70 te worden geplaatst. Ook de aanzuiglucht
moet boven dit niveau worden aangezogen.
7.
Conform NPR3378 dient de ruimte aan
zijn
volgende criteria te beantwoorden :
het volume >1000m³ / hoogte ≥ 2.10m en
ventilatiedebiet >600m³/h Men kan hier echter
van afwijken indien men een gasdetektor plaatst
conform NEN-EN 50054:1990 & NEN-EN
50087:1990 en die werkzaam is voor
autobrandstoffen (benzine, LPG, aardgas).
Voor de te respecteren afstanden rond het
toestel verwijzen wij naar fig. 2.
0107T2LONLNL