Onderhoud
Controle van de afstelling van de brander
(emissie) en van de ionisatiestroom
Bij de verbrandingscontrole, indien het "max.
vermogen van de brander" of het "min. vermo-
gen van de brander" wordt gevraagd, het toe-
rental van de ventilator, de keteltemperatuur of
de ionisatiestroom worden alternerend op het
display weergegeven.
Condensatieketel inschakelen.
Controleer het CO
-gehalte op max. vermogen
2
van de brander.
Maximaal brandervermogen instellen:
- Toets
ca. 2 seconden indrukken.
- Brandervermogen met de draaiknop instellen:
P
= max. vermogen
Kunststof-afdichtstop van de metnippel
verwijderen.
CO
-gehalte van de rookgassen
2
met meetapparaat meten.
Noteer de ionisatiestroom op volle vermogen.
Minimaal brandervermogen instellen:
- Brandervermogen met de draaiknop instellen:
P
= min. vermogen
Noteer de ionisatiestroom op min. vermogen.
Een betrouwbare werking van het toestel is
gegarandeerd met een ionisatiestroom tussen
3 µA en 8 µA. - Bij een ionisatiestroom
beneden 3 µA ontstekings/ionisatiepen,
ontstekingskabel en aardleiding controleren.
Defecte onderdelen vervangen.
Menu verlaten: draaiknop indrukken.
Andere functionele controles
Elektrische verbindingen controleren.
Voelers op juiste plaatsing controleren.
Regel- en veiligheidsinrichtingen op goede
werking controleren.
Ketelcirculatiepomp op goede werking
controleren.
Automatische ontluchter op goede werking
controleren.
Controleer de instellingen en de goede werking
van de regulatie OE-tronic 3 aan de hand van
de handleiding.
Frontkap van de ketel aanbrengen
Frontkap van de ketel
borgbouten
2
vastschroeven.
1
aanbrengen en met
Temperatuurvoeler
Voor de temperatuurvoeler zijn de weerstands-
waarden bij verschillende temperaturen in de
tabellen op de volgende pagina vermeld.
Bij vermoedelijk defecte voeler kan met behulp
van een meetapparaat met overeenkomstig
meetbereik (bijv. multimeter) de weerstand bij
verschillende temperaturen worden gecontro-
leerd. Ter voorkoming van foute metingen moet
de voeler van de klemstrook in het ketelscha-
kelbord worden losgekoppeld.
Zekeringen in het apparaat
De branderbesturingseenheid van de
HR-Top-ketel is middels zekeringen beveiligd
die na het verwijderen van de afdekkingen
toegankelijk zijn:
F1 Zekering 24 V: 4 ampère traag
F2 Zekering net: 4 ampère traag
Bij buitenbedrijfstelling in jaargetijden
waarin het kan vriezen
Installatie aftappen - resterend water in de ketel
middels aftapkraan op de warmtewisselaar
laten weglopen.
2
Frontkap van de ketel aanbrengen
26
1
2