Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Gasaansluiting; Gasleiding Controleren; Rookgasafvoer - OERTLI DPSM 3025 LP Installatie- En Onderhoudshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Installatie

Gasaansluiting

1
!
Werken aan gasvoerende
onderdelen mogen alleen door
erkende installatiebedrijven
worden uitgevoerd
Nominale diameter van de gasleidingaanslui-
ting volgens de toepasselijke voorschriften
bepalen. (NBN D51-003)
De installatie van een thermisch aansprekende
gaskraan (TAS) is aanbevolen.
Gaskraan* monteren - wartel ketelzijdig - gas-
aansluiting van de ketel met waterpomptang
vasthouden.
*toebehoren: art. nr. 283277, kolli-nr. HC 27
Gasleiding spanningsvrij aansluiten - wij raden
u aan om een filter in te bouwen.

Gasleiding controleren

Maximale testdruk van de
!
gasappendage: 150 mbar
Bij hogere testdrukken de HR-Top-ketel op
de wartel van de hoofdgaskraan van de
gasleiding scheiden. Het sluiten van de
hoofdgaskraan is niet voldoende.
Gasleiding inclusief gasappendages op lekkage
controleren.
Alle stopkranen van de gasleiding openen.
Gasleiding vakkundig ontluchten.

Rookgasafvoer

2
U gelieve op de in de installatiehandleiding ver-
vatte toelaatbare lengten van de uitlaatgaska-
nalen te letten.
Rookgaskanaal resp. luchttoevoer-/
uitlaatsysteem volgens de handleiding monte-
ren.
Rookgaskanaal op lekkage controleren -
geschikte lektester gebruiken.
Statische test-overdruk: 1000 Pa
Maximum lekhoeveelheid: 50 L/hm² gerelateerd
aan het binnenste oppervlak van het rookgas-
kanaal:
A
= 0,18 m²/m, A
Ø60
A
= 0,31m²/m, A
Ø100
Bij concentrische uitlaatsystemen kan ook het
CO2-gehalte in de ringspleet op meetnippel
worden gecontroleerd. De rookgasinstallatie
wordt als dicht beschouwd wanneer het geme-
ten CO
-gehalte beneden 0,2 % ligt.
2
= 0,25 m²/m,
Ø80
= 0,40 m2/m.
Ø130
���
� � � �
���
Aansluiting
3
12
���
��
2
1
��
� � � �
��
�� ��
� ���
��
���
���
���
���
3

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave