6.2
Reiniging
1. Aan het einde van de werkdag moet het apparaat grondig worden gereinigd.
2. Haal alle voorwerpen uit het apparaat.
3. De binnenkant met warm water en een zacht doekje of sponsje reinigen. Als het
nodig is een mild reinigingsmiddel gebruiken.
4. Neem schone oppervlakken af met een doekje bevochtigd met schoon water.
5. De behuizing van het apparaat en de deur met de frames afvegen met een
zacht, vochtig doekje.
6. Tot slot moeten alle gewassen oppervlakken grondig worden gedroogd.
7. De deur open laten staan zodat het apparaat volledig kan drogen.
8. De condensator moet minstens eenmaal per maand worden schoongemaakt
met een stofzuiger of borstel om opgehoopt stof te verwijderen.
9. Verwijder de metalen afdekking aan de achterkant van het apparaat om de
condensator te reinigen.
6.3
Onderhoud
NL
Laat het apparaat tenminste eenmaal per jaar of indien nodig controleren door een
gespecialiseerde technicus.
Vervanging van de LED lamp
1. Haal het apparaat van het lichtnet.
2. Schroef de behuizing van de lamp los met een schroevendraaier.
3. De beschadigde LED-lamp verwijderen.
4. Haar vervangen door een nieuwe LED-lamp met dezelfde parameters.
5. De behuizing van de lamp opnieuw vastschroeven.
18 / 20
Reiniging en onderhoud
190089