AANWIJZING
EMC-grenswaarden
Bij elektriciteitsnetten zonder geaard sterpunt (IT-netwerken) zijn geen EMC-grens-
waarden voor de storingsemissie gespecificeerd. De effectiviteit van netfilters is sterk
beperkt.
7.6.4
Netsmeltveiligheden, beveiligingstypen
Netzekeringen en vermogensschakelaars dienen voor het beveiligen van de voedings-
kabel van het asblok. In geval van een fout beschermen deze componenten de voe-
dingsmodule aanvullend tegen kortsluiting. Gebruik voor de beveiliging zekeringen of
vermogensschakelaars met de onderstaande karakteristiek:
Typeklasse
Zekeringen uit bedrijfsklasse
gL, gG
Kabelbeveiligingsschakelaar
met de eigenschappen B, C, D
De impedantie van de aardleiding moet overeenkomen met de normatieve voorschrif-
ten.
Let bij de beveiliging op de land- en installatiespecifieke voorschriften. Let, indien no-
dig, op de aanwijzingen in het hoofdstuk "Information regarding UL".
7.6.5
Netaansluiting
De bezetting van de klemmen voor de netaansluiting vindt u in het hoofdstuk "Klem-
menbezetting".
Voor de voedingsmodule moet een minimale uitschakeltijd van 10 sec in acht worden
genomen. De netspanning niet vaker dan één keer per minuut in/-uitschakelen.
LET OP
Niet aanhouden van de minimum in- en uitschakeltijden.
Neem de opgegeven tijden en intervallen in acht.
•
•
•
•
•
•
Er moet een minimale uitschakeltijd van 10 sec vóór het opnieuw inschakelen
van de netspanning in acht worden genomen!
De netspanning niet vaker dan één keer per minuut in/-uitschakelen!
De netmagneetschakelaar moet altijd voor het netfilter aangebracht zijn.
Gebruik uitsluitend netmagneetschakelaars uit de gebruikscategorie AC‑3
(EN 60947-4-1) of beter.
Gebruik de netmagneetschakelaar niet voor het tipbedrijf, maar alleen voor het in-
en uitschakelen van de voedingsmodule. Gebruik de FCB 20 "Tippen" voor de
stapsgewijze werking.
Neem voor een UL-conforme installatie de betreffende configuratie van de kabel-
doorsneden in acht.
Producthandboek – Voedingsmodule met voeding en terugvoeding
Voorwaarde
Spanning van de zekering ≥ nominale netspanning
•
Nominale spanning van de installatieautomaat ≥
nominale netspanning
•
De nominale stroomsterktes van de installatieau-
tomaten moeten minstens 10% hoger liggen dan
de nominale stroomsterkte van de regelaar
Installatie
7
Elektrische installatie
97