Tabel 6-2
Bestandsinstellingen voor Opslaan op USB instellen: (vervolg)
Optienaam
Bestandsnaam
Achtervoegsel voor
bestandsnaam
Voorbeeld bestandsnaam
Bestandsnummerindeling
Nummering toevoegen wanneer
een taak slechts één bestand
bevat (bijv. _1–1)
Bestandstype
Hoge compressie (kleiner
bestand)
PDF-codering
Resolutie
Kwaliteit en bestandsformaat
Kleur/zwart
Lege pagina's onderdrukken
Meerdere bestanden maken
NLWW
Omschrijving
Standaardbestandsnaam voor het bestand dat moet worden opgeslagen.
Schakel het selectievakje Door gebruiker aan te passen in om ervoor te zorgen dat deze instelling op
het bedieningspaneel van de printer kan worden bewerkt.
Stel het standaardachtervoegsel voor bestandsnamen in dat wordt gebruikt voor bestanden die in een
netwerkmap worden opgeslagen.
Standaardachtervoegsel voor identieke bestandsnaam: [bestandsnaam] _YYYYMMDDT
Voer een bestandsnaam in en klik vervolgens op de knop Voorbeeld bijwerken.
Selecteer een bestandsnaamindeling voor wanneer een taak in meerdere bestanden wordt gesplitst.
Selecteer deze instelling om nummering toe te voegen aan een bestandsnaam als de taak slechts één
bestand bevat in plaats van meerdere bestanden.
Selecteer de bestandsindeling voor het opgeslagen bestand.
Schakel het selectievakje Door gebruiker aan te passen in om ervoor te zorgen dat deze instelling op
het bedieningspaneel van de printer kan worden bewerkt.
Selecteer deze instelling om het gescande bestand te comprimeren zodat de bestandsgrootte
afneemt. Het scanproces voor een bestand met hoge compressie kan echter langer duren dan voor een
bestand met normale compressie.
Als het bestandstype PDF is, wordt met deze optie het PDF-uitvoerbestand gecodeerd. Als onderdeel
van de codering moet een wachtwoord worden opgegeven. Hetzelfde wachtwoord moet worden
ingevoerd om het bestand te openen. Als er nog geen wachtwoord is opgegeven wanneer op Start
wordt gedrukt, wordt de gebruiker gevraagd om voorafgaand aan het scannen van de taak een
wachtwoord op te geven.
Stel de resolutie van het bestand in. Afbeeldingen met een hogere resolutie bestaan uit meer dpi (dots
per inch) en geven om die reden meer details weer. Afbeeldingen met een lagere resolutie bestaan uit
minder dpi en geven dus minder details weer. De bestandsgrootte is echter kleiner.
Selecteer de kwaliteit van het bestand. Afbeeldingen met een hogere kwaliteit hebben een grotere
bestandsgrootte dan afbeeldingen met een lagere kwaliteit en het duurt langer om deze te verzenden.
Geef op of kopieën in kleur, zwart en grijstinten of alleen zwart-wit moeten worden afgedrukt.
Als de optie Lege pagina' s onderdrukken is ingeschakeld, worden lege pagina's genegeerd.
Selecteer deze instelling om pagina's naar afzonderlijke bestanden te scannen, op basis van een vooraf
bepaald maximum aantal pagina's per bestand.
Scannen naar USB-station instellen 117