2. Sluit achter voor te schakelen magneetschakelaar geen andere verbruikers aan
3. Kabeldoorsnede overeenkomstig de geldende VDE-voorschriften.
4. Op deze positie kunnen een of meerdere applicatieregelaars worden aangesloten,
5. De optie van een extern "AAN" of "RESET" vindt plaats via de klemmenparen
3.2.2
Besturingskabel
•
•
•
3.2.3
Besturingsaansluitingen
Op de besturingsklemmenstrook X2 kunnen via een relais bijv. meldingen voor de be-
drijfsvrijgave of verzamelstoringen buiten het apparaat worden aangesloten. U kunt
ook een externe RESET of schakelfunctie uitvoeren via de besturingsklemmenstrook
X2 en met de frequentieregelaar verbinden.
3.2.4
Klembezetting besturingsklemmenstrook X2
[1] X2:1 tot X2:4 relais verzamelstoring
[2] X2:5, X2:6 intern toegewezen aan de temperatuurbewaking. Aansluiting van lei-
dingen niet toegestaan!
[3] X2:7, X2:8 extern UIT
[4] X2:9, X2:10 niet bezet
[5] X2:11, X2:12 = AAN/RESET
Aanvulling op de technische handleiding – Netterugvoeding MOVIDRIVE
(met uitzondering van de netterugvoeding).
ook met verschillende vermogens. Houd ook bij de aansluiting van meerdere appli-
catieregelaars de DC-verbindingsleidingen zo kort mogelijk! Leg de leidingen zo
dicht mogelijk bij elkaar.
X2:11
en
X2:12
(hoofdstuk
X2" (→ 2 13)):
•
X2:11 en X2:12: positieve puls (DC 12 - 24 V); bijv. te realiseren door PLC-aan-
sturing (klem 11 +, klem 12 -).
Sluit de stuurstroomleidingen aan op de besturingsklemmenstrook X2 (→ para-
graaf "Klemmenbezetting besturingsklemmenstrook X2").
Leg de stuurstroomleidingen niet parallel aan motorkabels die gevoelig zijn voor
storing.
Aard de afscherming van de stuurstroomleidingen via een groot contactoppervlak
op de metalen kabelwartels van de flens.
1
"Klemmenbezetting
[3]
[4]
[1]
[2]
2
3
4
5
6
7
8
9
Elektrische installatie
Elektrische aansluiting
besturingsklemmenstrook
[5]
-
+
10
11
12
37346745739
®
MDR60A1320-503-01
3
13