OPMERKING:
De tekens op het toetsenbord kunnen verschillen, afhankelijk van de taalconfiguratie van het toetsenbord. De toetsen
die worden gebruikt voor snelkoppelingen blijven in alle taalconfiguraties gelijk.
Op sommige toetsen op het toetsenbord staan twee symbolen. Deze toetsen kunnen worden gebruikt om andere tekens te typen of om
secundaire functies uit te voeren. Het symbool dat wordt weergegeven op het onderste deel van de toets verwijst naar het teken dat
wordt getypt wanneer de toets wordt ingedrukt. Als u op zowel shift als de toets drukt, wordt het symbool in het bovenste deel van de
toets ingevoerd. Als u bijvoorbeeld 2 indrukt, wordt 2 getypt. Als u op Shift + 2 drukt, wordt @ getypt.
De toetsen F1-F12 op de bovenste rij van het toetsenbord zijn functietoetsen voor multimediabeheer, zoals wordt aangegeven door
het pictogram op het onderste deel van de toets. Druk op de functietoets om de taak uit te voeren die wordt weergegeven door het
pictogram. De toets F1 dempt bijvoorbeeld de audio (zie de tabel hieronder).
Als de functietoetsen F1-F12 echter nodig zijn voor bepaalde softwaretoepassingen, kan de multimediafunctionaliteit worden uitgeschakeld
door te drukken op Fn + Esc. Aansluitend kan multimediabediening worden uitgevoerd door te drukken op fn en de desbetreffende
functietoets. U dempt bijvoorbeeld de audio door te drukken op fn + F1.
OPMERKING:
U kunt het primaire gedrag van de functietoetsen (F1-F12) ook wijzigen door Werking functietoets te wijzigen in
het BIOS-setupprogramma.
Tabel 23. Lijst met sneltoetsen voor het toetsenbord
Functietoets
F1
F2
F3
F4
F5
F6
F7
F8
F10
F11
F12
De toets fn wordt ook gebruikt met geselecteerde toetsen op het toetsenbord om andere secundaire functies aan te roepen.
Tabel 24. Lijst met sneltoetsen voor het toetsenbord
Functietoets
fn + B
fn + H
fn + S
fn + R
fn + ctrl
fn + esc
22
Sneltoetsen voor het toetsenbord
Sneltoetsen voor het toetsenbord
Geherdefinieerde toets (voor multi-media-
bediening)
fn + F1
fn + F2
fn + F3
fn + F4
fn + F5
fn + F6
fn + F7
fn + F8
fn + F10
fn + F11
fn + F12
Gedrag
Het dempen van de audio
Volume verlagen
Volume verhogen
Afspelen/Pauzeren
Toetsenbordverlichting in-/uitschakelen
(optioneel)
Helderheid verminderen
Helderheid vermeerderen
Naar extern beeldscherm schakelen
Afdrukscherm
Home
Einde
Gedrag
Pauze/Break
Schakelen tussen lampje voor voeding- en batterijniveau
Vergrendeling van schuifknop in-/uitschakelen
Systeemaanvraag
Het applicatiemenu openen
Vergrendeling van Fn-toets in-/uitschakelen
5