Montage naast
De apparaten kunnen het beste boven elkaar worden gemonteerd. Als u de apparaten
elkaar
TPS10A en TAS10A naast elkaar wilt monteren, moet u op het volgende letten:
•
•
•
Kabeldoorsnede
•
Apparaatuitgang
•
•
•
Kabelloop
•
•
Afschermen en
•
aarden
•
Technische handleiding – MOVITRANS
Montage- en installatievoorschriften
Laat voor een ongehinderde warmteafvoer boven en onder minimaal 100 mm
(4 inch) vrij. Let bij de configuratie op de informatie in het hoofdstuk "Technische
gegevens". Vrije ruimte aan de zijkant is niet vereist. De apparaten mogen tegen
elkaar aan worden gemonteerd.
Gebruik om TAS10A040 op TPS10A040 aan te sluiten getwiste kabels zoals deze
in het hoofdstuk "Aansluitschema bouwgrootte 2" worden beschreven.
Gebruik om TAS10A160 op TPS10A160 aan te sluiten getwiste kabels en een
smoorspoel zoals deze in het hoofdstuk "Aansluitschema bouwgrootte 4 (aansluit-
variant B)" worden beschreven.
Kabeldoorsnede tussen X2/X3 van de TAS10A en X2/X3 van de TPS10A:
– Bouwgrootte 2 (TAS10A040) Æ 4 mm
– Bouwgrootte 4 (TAS10A160) Æ 16 mm
Sluit alleen geschikte inductiekabels aan. Inductiekabels van hogefrequentiedraad
moeten vakkundig worden aangesloten.
De kabelschoenen mogen uitsluitend op de hoogfrequent litze worden gesol-
deerd met een soldeerbout met hoog vermogen (minimaal 200 W) of in een
soldeerbad. Persen is niet toegestaan!
Zie voor de aansluiting van de inductiekabel ook de instructies in het hoofd-
stuk "Aansluitschema's inductiekabels op TAS10A040/TAS10A160".
Vermogenskabels moeten vlak naast elkaar lopen (spanbanden, kabelgoten,
enz.). Zorg ervoor dat ze niet vlakbij staalplaat of andere magnetische metalen
objecten komen te liggen (om verwarming door wervelstroom te voorkomen).
U kunt dit bijvoorbeeld op een van de volgende manieren doen:
– kunststofgoot of -pijp op afstandhouders;
– tussenschot van aluminiumplaat.
Ga bij wanddoorvoer (in schakelkasten, enz.) na of de inkomende en uitgaande
kabels samen kunnen worden vastgeschroefd. Als dit niet mogelijk is, moet u een
doorvoerplaatje van aluminium of kunststof gebruiken. Leg de vermogens- en sig-
naalleidingen gescheiden van elkaar.
Aard de afscherming aan beide zijden langs de kortste weg met een vlakke con-
tactverbinding. U kunt een afschermingsuiteinde via een ontstoringscondensator
(220 nF / 50 V) aarden om aardlussen te vermijden. Bij dubbel afgeschermde kabels
moet de buitenste afscherming aan de zijde van het apparaat en de binnenste
afscherming aan de andere zijde worden geaard.
®
Aard de MOVITRANS
en alle bijbehorende apparatuur voor hoge frequenties.
Zorg voor een vlak metalen contact van de apparaatbehuizing met de massa
(bijvoorbeeld een ongelakte schakelkastmontageplaat).
®
-koppelmodule TAS10A
Installatie
2
2
3
13