Tabel 13. Patronen POST diagnostische ledlampjes (vervolg)
Er is mogelijk een fout
opgetreden met een grafische
kaart.
Er is mogelijk een fout in de
vaste schijf opgetreden.
Er heeft zich mogelijk een USB-
fout voorgedaan.
Er zijn geen geheugenmodules
gedetecteerd.
Stroomconnector niet goed
geïnstalleerd.
Er zijn wel geheugenmodules
gedetecteerd, maar er is een
fout opgetreden in de
geheugenconfiguratie of -
compatibiliteit.
Er is mogelijk een probleem met
een moederbordbron en/of
hardware opgetreden.
Er is mogelijk een fout in het
moederbord opgetreden.
Er is een andere fout
opgetreden.
Systeem bevindt zich in
herstelmodus
Opstartdocumentatie
•
De display/monitor moet in een losse grafische kaart worden
gestoken.
•
Plaats alle geïnstalleerde grafische kaarten opnieuw.
•
Installeer indien beschikbaar een werkende grafische kaart in
de computer.
•
Sluit alle stroom- en datakabels opnieuw aan.
•
Sluit alle USB-apparaten opnieuw aan en controleer alle
kabelverbindingen.
•
Als er twee of meer geheugenmodules geïnstalleerd zijn,
verwijdert u de modules, plaatst u er één terug en start u de
computer opnieuw op. Als de computer normaal opstart, gaat
u verder met de installatie van de andere geheugenmodules
(één tegelijk), totdat u de defecte module hebt opgespoord of
alle modules zonder problemen hebt geïnstalleerd.
•
Plaats, indien beschikbaar, een goed werkend geheugen van
hetzelfde type in de computer
•
Plaats de 2x2-voedingsconnector van de voeding terug.
•
Controleer of er speciale vereisten zijn voor de plaatsing van
de geheugenmodules/geheugenconnectoren.
•
Controleer of het gebruikte geheugentype door de computer
wordt ondersteund.
•
Wis CMOS (Plaats de knoopbatterij terug. Zie Knoopbatterij
verwijderen en plaatsen).
•
Koppel alle interne en externe kaarten los en start de
computer opnieuw op. Als de computer opstart, plaatst u de
kaarten een voor een terug totdat u de probleemkaart vindt.
•
Als het probleem aanhoudt, is het moederbord of onderdelen
daarvan defect.
•
Koppel alle interne en externe kaarten los en start de
computer opnieuw op. Als de computer opstart, plaatst u de
kaarten een voor een terug totdat u de probleemkaart vindt.
•
Als het probleem aanhoudt, is het moederbord defect.
•
De display/monitor moet in een losse grafische kaart worden
gestoken.
•
Controleer of alle kabels van de vaste schijf en van het
optische station goed op het moederbord zijn aangesloten.
•
Als er een foutbericht op het scherm verschijnt over een
probleem met een apparaat (zoals de diskette of harde schijf),
gaat u na of het apparaat goed functioneert.
•
Als het besturingssysteem probeert te starten vanaf een
apparaat (zoals een diskettestation of een optisch station),
moet u de systeeminstellingen controleren om er zeker van te
zijn dat de opstartvolgorde correct is voor de apparaten die
zijn geïnstalleerd op uw computer.
•
Er is een fout in de BIOS-checksum gedetecteerd en het
systeem bevindt zich nu in de herstelmodus.
•
Geeft het einde van het POST-proces aan. Ledlampjes zijn
normaal kort in deze stand als POST wordt voltooid. Als de
Problemen oplossen
49