Overig
Main switch (hoofdschakelaar)
De 'Main switch' wordt gebruikt om de regeling te starten en
stoppen.
De volgende instellingen zijn mogelijk:
- Normale regeling (Instelling = ON)
- Stop regeling (Instelling = OFF)
Het is ook mogelijk om een digitale ingang te de niëren als
externe hoofdschakelaar.
Als de interne of externe hoofdschakelaar op OFF staat, zijn alle
regelfuncties inactief en wordt een alarm gegenereerd. Alle
andere alarmeringen zijn niet actief.
Koudemiddelinstelling
Voordat de regeling wordt gestart dient het juiste koudemiddel te
worden ingesteld. Er is keus uit de volgende koudemiddelen.
1 R12
12 R142b
User de ned
2 R22
13
3 R134a
14 R32
4 R502
15 R227
5 R717
16 R401A
6 R13
17 R507
7 R13b1
18 R402A
8 R23
19 R404A
9 R500
20 R407C
10 R503
21 R407A
11 R114
22 R407B
Het koudemiddel kan alleen worden gewijzigd als de 'Main switch'
op OFF staat.
Let op: Verkeerde selectie kan tot compressorschade leiden.
Sensorstoring
Bij een ontbrekend signaal van een aangesloten temperatuursen-
sor of drukopnemer wordt er een alarm gegenereerd.
• Bij een defecte zuigdruktransmitter (S4/Po) wordt de regeling
voortgezet met 50% ingeschakelde capaciteit in de dagstand en
25% ingeschakelde capaciteit in de nachtstand, minimaal één
stap. Het relais voor "Extra koeling" wordt geactiveerd in geval
van een fout in de regelaarsensor.
• Bij een defecte S4 sensor, wordt de regeling voortgezet op basis
van de zuigdruk P0 met een referentie die 5K lager dan bij de
regeling op S4.
• Bij een defecte persdruktransmitter (Pc) wordt 100% condensor-
capaciteit ingeschakeld. De compressor-regeling blijft normaal
functioneren.
• Bij een defecte persgassensor (Sd) wordt de bewaking gestopt
van de persgastemperatuur.
• Bij een defecte overhittingssensor (Ss) wordt de bewaking ge-
stopt van de overhitting
• Bij een defecte buitensensor (Sc3) wordt de storingsanalyse ge-
stopt van de condensor en de vlottende condensatiedruk wordt
gestopt. De condensatiedrukreferentie gaat naar de minimale
toelaatbare referentie (Pc ref.min)
• S7 fout: zie pagina 89.
NB: Een 'defecte' sensor moet 10 minuten weer in orde zijn
voordat het alarm wordt opgeheven.
98
23 R410A
34 R427A
24 R170
35 R438A
25 R290
36 R513A
26 R600
37 R407F
27 R600a
38 R1234ze
28 R744
39 R1234yf
29 R1270
40 R448A
30 R417A
41 R449A
31 R422A
42 R452A
32 R413A
33 R422D
Capaciteitsregeling RS8ER310 © Danfoss 2016-02
Sensorcorrectie
Het signaal van alle aangesloten sensoren kan worden gecorri-
geerd. Een correctie is alleen nodig als de kabel erg lang is en een
te kleine diameter heeft. Alle uitlezingen en functies zullen met de
gecorrigeerde waarde werken.
Klokfunctie
De regelaar heeft een klokfunctie.
De klokfunctie wordt alleen gebruikt voor de dag/nacht
overschakeling.
Jaar, maand, dag, uur en minuten moeten worden ingesteld.
LET OP! Als de regelaar niet is uitgerust met een Real Time Clock
module (AK-OB 101A), moet de klok na iedere spanningsval
opnieuw worden ingesteld.
Als de regelaar is verbonden met een AKA gateway of een AK
system manager, wordt de klok automatisch ingesteld.
Alarmen en meldingen
In combinatie met de regelaarfuncties is er een aantal alarmen
en meldingen die zichtbaar kunnen worden in geval van foute of
verkeerde regeling of bediening.
Alarmhistorie:
De regelaar bevat een alarmhistorie van alle actieve alarmen
en van de laatste 40 alarmen. In de alarmhistorie kan men zien
wanneer een alarm begon en wanneer het werd opgeheven.
Ook is de alarmprioriteit te zien voor ieder alarm en wanneer en
door wie een alarm is aangenomen.
Alarmprioriteit:
Er wordt verschil gemaakt tussen belangrijke en minder
belangrijke informatie. Deze belangrijkheid – of prioriteit – is voor
sommige alarmen een vaste waarde terwijl het andere alarmen
te wijzigen is. Het wijzigen van de prioriteit wordt bewerkstelligd
door middel van het AK-ST Service Tool programma en moet in
iedere individuele regelaar worden ingesteld.
Deze instelling bepaald wat er gebeurd wanneer een alarm
optreedt.
- "Hoog" is de hoogste prioriteit
- "Alleen reg." is de laagste prioriteit
- "Uit" resulteert in geen actie
Alarmrelais
Op de regelaar kan een hardwarematig alarmrelais worden
gede nieerd voor een locale alarmaanduiding. Men kan
de niëren wanneer dit relais moet schakelen:
- "Geen" – geen alarmrelais wordt gebruikt
- "Hoog" – alarmrelais wordt geactiveerd bij alarmen met de
hoogste prioriteit
- "Laag-Hoog" – alarmrelais wordt geactiveerd bij alarmen met de
prioriteiten 'Laag' , 'Medium' en 'Hoog' .
AK-CH 650