Con guratie - vervolg
Instellen compressorregeling
1. Ga naar het con guratiemenu
2. Selecteer 'Zuiggroep'
3. Instellen waarden
voor zuigdrukreferentie
Druk op de '+' knop om naar de
volgende pagina te gaan.
4. Instellen waarden capaciteitsre-
geling
Druk op de '+' knop om naar de
volgende pagina te gaan.
52
Het con guratiemenu in Service
Tool ziet er nu anders uit. Het geeft
de mogelijke instellingen weer voor
het geselecteerde type installatie.
Voor ons voorbeeld selecteren we:
- Zuigdruk setpoint = -15°C
- Nacht o set waarde = 5K
De instellingen kunt u links zien.
Er zijn meerdere pagina's.
De zwarte balk laat zien welk van de
pagina's nu is weergegeven.
Beweeg tussen de pagina's door de
+ en – toetsen te gebruiken.
Voor ons voorbeeld selecteren we:
- 4 compressoren
- P0 als regelsignaal
- Koudemiddel R404Aa
- Schakelmethode 'Best passend'
- Waarden voor frequentieregeling
Frequentieregeling is alleen
mogelijk op compressor 1
De instellingen zijn links te zien.
Niet alle compressoren kunnen
frequentie geregeld worden.
Neem bij twijfel contact op met uw
leverancier.
Capaciteitsregeling RS8ER310 © Danfoss 2016-02
Hieronder vindt meer informatie over de verschillende instel-
lingen.
Het nummer refereert aan het nummer en de afbeelding in de
linkerkolom.
3 – Referentiemode
Verschuiving van de zuigdruk op basis van externe signa-
len
0: Referentie = setpoint + nachtverschuiving + verschui-
ving van extern 0-10V signaal
1: Referentie = setpoint + verschuiving van Po optimalisa-
tie + nachtverschuiving
Setpoint (-80 tot +30°C)
Setpoint van gewenste zuigdruk in °C
Verschuiving via externe referentie
Selecteer of een extern 0-10V referentiesignaal gewenst is
Verschuiving bij max. signaal (-100 tot +100 °C)
Verschuiving van referentie bij maximaal extern signaal
Verschuiving bij min. signaal (-100 tot +100 °C)
Verschuiving van referentie bij minimaal extern signaal
Filter verschuiving (10 - 1800 Sec)
Filter voor verschuiving van referentie, een hogere waarde
geeft een langzamere verschuiving
Nachtconditie via DI
Selecteer of een digitale ingang gewenst is voor active-
ring van de nachtconditie. Dag/nachtregeling kan ook via
een intern schema of via de datacommunicatie worden
geregeld.
Nachtverschuiving (-25 tot +25 K)
Verschuiving van de zuigdruk bij een actief nachtsignaal
(K)
Verschuiving via S3
Verschuiving van referentie op basis van het S3 signaal
Tref S3 verschuiving
S3 temperatuur waarbij er geen verschuiving is.
K1 S3 verschuiving
Stel de grootte van de wijziging in voor de referentie wan-
neer de S3 temperatuur 1 graad afwijkt van de instelling.
(-10 tot 10K)
Max. referentie (-50 tot +80 °C)
Maximale toelaatbare referentie voor de zuigdruk
Min. referentie (-80 tot +25 °C)
Minimale toelaatbare referentie voor de zuigdruk
4 – Compressorapplicaties
Selecteer de gewenste applicatie
Aantal compressoren
Stel het aantal compressoren in
Aantal capaciteitskleppen
Stel het aantal capaciteitskleppen in per compressor (0 – 3)
Regelsensor
Selecteer P0 of S4
Po koudemiddeltype
Selecteer het gebruikte koudemiddel
Po koudemiddelfactor K1, K2, K3
Wordt alleen gebruikt als het koudemiddeltype op
'Gebruiker gede nieerd' staat
Op en af stap mode
Selecteer schakelpatroon voor compressoren
Sequentieel: compressoren schakelen op en af op basis
van compressornummer
Cyclisch: Draaitijdegalisatie tussen compressoren
Best passend: Compressoren worden zodanig in en
uitgeschakeld, dat de capaciteit het best met de belasting
overeen komt
Inspuitsignaal warmtewisselaar
Als de functie wordt geselecteerd, kan de inspuiting op 2
manieren met de compressorregeling worden gecoördi-
neerd:
Synchronisatie compressoren: tegelijkertijd met de com-
pressorregeling.
Pump down: Als 'Synchronisatie' , maar de inspuiting wordt
beëindigd met pump-down, waarbij de klep wordt geslo-
ten als de laatste compressor uitschakelt op de pump-
down waarde.
Pump-down
Selecteer of een pump-down limiet benodigd is voor de
laatste compressor.
AK-CH 650