9 Werking van de ATLAS D / ATLAS D K
Ontluchtingsprocedure FH
De FH ontluchtingsprocedure wordt automatisch uitgevoerd als er elektrische spannig aangesloten
wordt op de ketel. Na foutcodes F37, F40 en A03 wordt deze ontluchtingsprocedure ook
uitgevoerd.
De procedure duurt 120 sec. Tijdens deze periode worden de pompen CV en sanitair om de 15 sec
voor 30 sec lang aangestuurd.
Tijdens de eerste 5 sec van de procedure wordt steeds de softwareversie van de printplaat
weergegeven.
Werking voor CV
In afwezigheid van fouten, zal de werking voor CV starten als er geen sanitaire vraag is of als de
ketel niet in wachttijd na sanitair staat. De ingestelde temperatuur voor verwarming ligt tussen
30°C en 90°C.
Als de vertrektemperatuur voor verwarming hoger is dan de activatietemperatuur van de
circulatiepomp voor verwarming (zie parameter 3 = 30°C) dan zal de circulatiepomp voor
verwarming onmiddellijk starten. Na 20 sec zal ook de brander aangestuurd worden.
Als de vertrektemperatuur voor verwarming lager is dan de activatietemperatuur van de
circulatiepomp voor verwarming (zie parameter 3 = 30°C) dan zal de brander onmiddellijk starten.
De circulatiepomp voor verwarming start als de vertrektemperatuur voor verwarming hoger wordt
dan de activatietemperatuur van de circulatiepomp (zie parameter 3 = 30°C).
De brander stopt als de temperatuur voor verwarming 5°C hoger wordt dan het ingestelde setpunt.
De brander zal opnieuw starten als de wachttijd na verwarming verlopen is (zie parameter 5 = 2
min) en als de temperatuur voor verwarming gezakt is onder het ingestelde setpunt.
De werking voor verwarming stopt als de vraag van de thermostaat wegvalt. De circulatiepomp
voor verwarming blijft nog een bepaalde tijd functioneren (zie parameter 4 = 6 min).
Werking voor sanitair
In afwezigheid van fouten en als de ketel in comfort staat, zal de werking voor sanitair starten als de
boilertemperatuur 4°C (zie parameter 13 = 4°C) onder de ingestelde boilertemperatuur zakt. De
ingestelde boilertemperatuur ligt tussen 10°C en 65°C (zie parameter 12 = 65°C).
De circulatiepomp voor verwarming stopt (als die in werking was). De boilerlaadpomp wordt
geactiveerd als de temperatuur CV-zijdig hoger is dan 40°C. (Zie parameter 09 = 40°C). De
brander start als de temperatuur CV-zijdig lager is dan 80°C. De brander stopt als de temperatuur
CV-zijdig 5°C hoger wordt dan de begrenzingstemperatuur CV-zijdig tijdens werking sanitair/ (zie
parameter 14 = 80°C).
De werking sanitair eindigt als de ingestelde boilertemperatuur bereikt is of als de ketel op ECO
wordt ingesteld. De wachttijd na werking sanitair start en duurt 120 sec (zie parameter 11= 120
sec). De boilerlaadpomp blijft 30 sec nadraaien. (Zie parameter 10 =30 sec)
14