7.11
Instelmogelijkheden per kanaal
Voor ieder kanaal moeten algemene instellingen en speciale parameterinstellingen worden
ingevoerd.
De instellingen worden ingevoerd met de toewijzingsfunctie op de webbased
user interface van het System Access Point.
Apparaat kiezen
Afb. 28:
Apparaat kiezen
Kies het apparaatsymbool [1] in de plattegrond op het werkblad.
■
Alle instelmogelijkheden voor het betreffende kanaal worden in de lijstweergave [2]
weergegeven. Bij toetsen (sensoren) moet de bijbehorende toets worden gekozen.
De volgende instellingen zijn beschikbaar:
Producthandboek 2CKA0022737B9725
Inbedrijfname
│46