–
Het System Access Point krijgt dan automatisch een IP-adres van de router.
–
Tijdens de verbindingspoging knippert de verbindingsindicatie.
–
Als de verbinding is gemaakt, brandt de verbindingsindicatie continu.
De Access Point-modus kan op ieder moment weer worden geactiveerd. Als de Access Point-
modus wordt gedeactiveerd, wordt automatisch de LAN-client- of als deze geconfigureerd is de
WLAN-clientmodus geactiveerd.
Producthandboek 2CKA0022737B9725
Inbedrijfname
│39