De wisselstroomadapter die bij uw computer wordt geleverd, bestaat uit twee basiscomponenten:
• De transformator die wisselstroom geschikt als voeding voor de computer.
• Het netsnoer waarmee de transformator wordt aangesloten op het stopcontact.
Attentie: Gebruik van een verkeerd netsnoer kan leiden tot ernstige schade aan uw computer.
De AC-adapter aansluiten
Als u de wisselstroomadapter wilt gebruiken, doet u het volgende.
Opmerking: Zorg ervoor dat u deze stappen in de genoemde volgorde uitvoert.
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Sluit het netsnoer aan op de transformator.
3. Sluit de voedingsadapter aan op de netvoedingsaansluiting op de computer.
Tips voor het gebruik van de wisselstroomadapter
• Haal de stekker uit het stopcontact als de wisselstroomadapter niet in gebruik is.
• Wikkel het netsnoer niet strak om de transformator van de wisselstroomadapter als het op de
transformator is aangesloten.
• Laad de batterij alleen op als de temperatuur van de batterij ten minste 10 °C is.
• De batterij wordt opgeladen als de wisselstroomadapter op de computer is aangesloten en de batterij in
de computer is geplaatst. In de volgende gevallen moet u de batterij opladen:
– Een nieuwe batterij is geïnstalleerd.
– Het percentage batterijstroom blijft laag.
– De batterij is lange tijd niet gebruikt.
De batterij opladen
Als u merkt dat het percentage batterijstroom laag is of wanneer het batterijalarm afgaat, dan moet u de
batterij opladen of vervangen door een opgeladen.
Als er een stopcontact in de buurt is, steekt u de stekker van de wisselstroomadapter daar in en sluit u de
plug aan op de aansluiting aan de achterkant van de computer. Het duurt ongeveer 3 tot 6 uur voordat de
batterij volledig is opgeladen. De exacte tijd hangt af van de fysieke omgeving en de capaciteit van de batterij.
Om de levensduur van de batterij te verlengen begint de computer pas met opladen als de hoeveelheid
resterende energie van de batterij onder de 95% komt.
De werkingsduur van de batterij verlengen
Voor een maximale werkingsduur van de batterij houdt u zich aan de volgende richtlijnen:
• Gebruik de batterij totdat deze helemaal leeg is, d.w.z. tot het statuslampje van de batterij oranje begint te
knipperen.
• Laad de batterij helemaal op voordat u hem gebruikt. De batterij is volledig geladen, als het statuslampje
groen wordt.
• Maak altijd gebruik van de energiebesparende werkstand. Zie "Spaarstanden" op pagina 35 voor meer
informatie over de energiebesparende werkstand.
34
Handboek voor de gebruiker